Bloedplasma Hongaarse Opstand
Duur missie: 28 oktober 1956 - 28 oktober 1956
Aantal militairen: 6
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen
In 1956 brak in het communistische Hongarije een bloedige opstand uit. De bevolking wilde meer vrijheid. Zij wilde zich losmaken van de Sovjet-Unie. Maar de communistische leiders in Budapest en Moskou dachten daar heel anders over. Zij zetten de geheime dienst en het leger in om de opstand de kop in te drukken. Bij de gevechten die volgden raakten duizenden mensen gewond.
Sinds 1948 stond Mátyás Rákosi aan het hoofd van de Hongaarse regering. Gesteund door de Sovjet-Unie regeerde hij als een dictator. Door de onvoorwaardelijke steun uit Moskou leek zijn positie onwrikbaar. Maar dat veranderde met de dood van de Sovjetleider, Jozef Stalin.
Dood van Stalin
Na de dood van Stalin in maart 1953 werd de band tussen de Sovjet-Unie en haar satellietstaten in Oost-Europa iets losser. In Hongarije maakte Rákosi plaats voor de meer gematigde Imre Nagy. De nieuwe premier gaf politieke gevangenen amnestie en schafte interneringskampen en staatsboerderijen af.
Openlijk spreken
Het versoepelde beleid had tot gevolg de bevolking openlijk kon spreken over ‘echte vrijheid’ en ‘democratie’. Deze geluiden stuitten in Moskou echter op grote weerstand. Daarom werd Nagy in april 1955 weer vervangen door Rákosi. Het verzet van de Hongaarse dissidenten tegen deze Sovjetinmenging werd door de Hongaarse geheime dienst de kop ingedrukt.
Steun aan oud-premier
De Hongaarse bevolking had echter schoon genoeg van de manipulaties vanuit Moskou. Op 22 oktober 1956 gaf een groep andersdenkenden een verklaring uit. Hierin spraken deze dissidenten hun steun uit aan de voormalige premier Nagy. Daarnaast eisten zij dat Hongarije uit het Warschaupact trad. De volgende dag kwam de bevolking van Budapest massaal in een demonstratie bijeen. Het leger kreeg opdracht hard op te treden.
5-daagse veldslag
Een deel van het leger koos de kant van de bevolking, waarop de demonstratie in een veldslag veranderde. Om de gemoederen te bedaren, werd diezelfde dag Nagy opnieuw als premier aangewezen. Dit mocht niet baten. Het revolutionaire vuur had zich inmiddels door het hele land verspreid. De bevolking nam de wapens op tegen het leger en de geheime dienst. De grote Hongaarse steden vormden 5 dagen lang een waar strijdtoneel. Begin november viel het Sovjetleger Hongarije binnen en maakte het met geweld een einde aan de opstand.