Nederlands aandeel European Union Force Tchad/RCA
De ministerraad besloot op 29 februari 2008 een verkenningseenheid van 60 mariniers naar het oosten van Tsjaad te sturen, die moest dienen als de ‘ogen en oren’ van een Iers bataljon. Het verkenningspeloton van het Eerste Mariniersbataljon vormde de kern van de eenheid.
Het peloton werd versterkt met een ondersteuningsploeg die beschikte over antitankwapens en 60 mm mortieren, een medisch team en een onderhoudsploeg. Verder werd de pelotonsstaf uitgebreid. Aangezien gevraagd was om een gemotoriseerde verkenningseenheid, werd de BSV10 Viking gekozen als primair transportmiddel. Dit is een licht gepantserd amfibisch rupsvoertuig. De Viking was bijzonder geschikt voor het zuiden van Tsjaad, dat tijdens het zomerseizoen door hevige regenval geteisterd was.
Het detachement werd verder uitgebreid met een national intelligence cell (NIC: 2 personen) en staffunctionarissen voor het operationele hoofdkwartier in Mont Valérien, het tactische hoofdkwartier in Abéché (Tsjaad) en het bataljonshoofdkwartier in Goz Beida.
De kwartiermakers van het detachement en een aantal leden van de staf, onder wie de detachementscommandant, reisden op 18 mei via Dublin naar N’Djamena. Zondag 1 juni volgden de overige leden van het detachement. 2 staffunctionarissen waren sinds januari en april 2008 al actief in Tsjaad.
Vluchtelingen beschermen
De mariniers ondervonden al snel dat de vluchtelingen, zoals van te voren was voorzien, met name tegen misdaad en criminaliteit moesten worden beschermd. De rebellen lieten slechts eenmaal nadrukkelijk van zich horen. Het Nederlands detachement keerde medio maart 2009 terug naar Nederland.