Nederlands aandeel F-16-missie Baltische staten vanuit Polen
Nederland ging in op het NAVO-verzoek tot meer militaire aanwezigheid in Oost-Europa. Nederlandse F-16’s bewaakten van 5 september tot en met 16 december 2014 het luchtruim van Estland, Letland en Litouwen. De 5 toestellen, waarvan 1 logistieke reserve, opereerden vanaf de vliegbasis Malbork in het noordoosten van Polen.
De luchtmacht zorgde ook voor KDC-10-transportvliegtuigen. Deze tankten in de lucht AWACS-radarvliegtuigen van de NAVO bij. Een mijnenjager van de marine patrouilleerde en inspecteerde op de Baltische Zee.
Behalve voor patrouilleren werden de F-16’s ook ingezet als quick reaction alert (QRA). Dit hield in dat de toestellen dag en nacht binnen enkele minuten konden opstijgen, om de oostelijke Europese grens te beschermen. De F-16’s oefenden ook met de Poolse luchtmacht en AWACS-radarvliegtuigen. Ze trainden missies en deden oefeningen met luchtmacht-, marine- en landmachteenheden van andere nationaliteiten in Oost-Europa.
Inzet
De Nederlandse Air Policing Task Force kwam in totaal 4 keer in actie. De F-16’s onderschepten 12 november hun eerste toestel, een Russisch Ilyushin 76- transportvliegtuig. Half december begeleidden F-16’s 2 bewapende Russische Sukhoi SU-34 Fullback bommenwerpers uit het internationale luchtruim. Later die week gebeurde dat tweemaal met een Russisch Ilyushin-20 COOT verkenningsvliegtuig. De Nederlandse F-16’s kregen de opdracht van de NAVO, omdat vooraf geen vluchtplan bekend was of de transponder van de toestellen niet aan stond.