Noodhulp na Orkaan Katrina, Verenigde Staten
Duur missie: 7 september 2005 - 13 september 2005
Aantal militairen: 187
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen
Achtergronden
Op 29 augustus 2005 trof de orkaan Katrina de zuidkust van de Verenigde Staten (VS) aan de Golf van Mexico, na eerder al over de oostelijke staat Florida te zijn geraasd. De staten Mississippi, Alabama en Louisiana aan de Golf van Mexico hadden het ’t zwaarst te verduren. Grote gebieden overstroomden en vele huizen werden vernield. Tienduizenden mensen sloegen voor het natuurgeweld op de vlucht. De grootste stad van Louisiana, New Orleans, werd hard geraakt toen de dijken onder de grote hoeveelheden opstuwend water bezweken. Een groot deel van de stad (zo’n 80%) liep onder water. Meer dan 1800 mensen verloren hun leven. De geschatte directe schade liep alleen al in New Orleans op tot circa 200 miljard dollar. De ramp had daarnaast negatieve effecten voor de economie op de langere termijn. De hulpverlening door de Amerikaanse autoriteiten in het rampgebied kwam langzaam op gang.

Het Nederlandse aandeel
Op donderdag 1 september 2005 begon de Koninklijke Marine in het Caribische gebied met voorbereidingen voor de inzet van Nederlandse militairen bij de ramp. Het fregat Hr.Ms. Van Amstel voer vanuit Aruba naar Curaçao en nam daar tien mariniers van een bootgroep aan boord. Het fregat vergrootte zo zijn inzetcapaciteit ten behoeve van de overstroomde gebieden. De uitrusting van de mariniers bestond onder andere uit acht kleine boten, elf buitenboordmotoren en vijfduizend liter benzine en smeermiddelen. Daarnaast nam het schip een team van vier duikers mee, aangezien ronddrijvend vuil in het door de orkaan getroffen gebied voor problemen met de motoren en uitlaten kon zorgen. Tevens werd het medische team aan boord uitgebreid naar twee artsen en vier verpleegsters. Naast het extra personeel werden hulpgoederen in de vorm van voedsel (waaronder tweeduizend noodrantsoenen), tienduizend liter mineraalwater, scheppen en zandzakken meegenomen.

Uitzonderingspositie
Op vrijdagavond 2 september zette het schip koers naar de haven van San Juan (Puerto Rico) om van de Hr.Ms. Tjerk Hiddes een extra boordhelikopter met bemanning en een deel van de onderhoudsploeg over te nemen. De avond daarna voer de Van Amstel richting de VS. Onderweg werd getraind in het snel startklaar maken van de helikopters. Er was maar één helikopterdek, dus als de eerste Lynx was opgestegen, moest de tweede nog in gereedheid worden gebracht. Deze tijd moest zo kort mogelijk zijn om bij problemen met de eerste helikopter het dek vrij te hebben. Daarnaast oefenden de mariniers van de bootgroep in het werken met vrachtnetten. Op maandagavond 5 september kwam van de Nederlandse regering definitief het groene licht om aan de hulpoperatie aan de Amerikaanse zuidkust te gaan deelnemen. De Amerikaanse overheid had de hulpverlening van de Van Amstel geaccepteerd. Dit bleek een uitzondering. Veel andere aanbiedingen van internationale hulp waren door de Amerikanen afgeslagen. De VS gingen akkoord met het Nederlandse aanbod, omdat de inzet van de Van Amstel onafhankelijk was van de infrastructuur ter plaatse, het schip geheel zelfverzorgend was en geen beroep hoefde te doen op schaarse middelen als accommodatie, en het hulpgoederen en specialismen meebracht die hard nodig waren.

Het Nederlandse fregat kreeg aanvankelijk van de Amerikaanse Joint Forces Maritime Component Commander de opdracht de rivier de Mississippi op te varen en in New Orleans af te meren. Vanwege de onbetrouwbaarheid van de aanlooproute op de rivier (zandverschuivingen door de orkaan) werd het schip bij nader inzien naar een ontmoetingspunt voor de kust bij de plaats Biloxi gedirigeerd. Deze stad ten oosten van New Orleans was ook zwaar getroffen. De Van Amstel was het eerste buitenlandse schip ter plaatse en werd ingedeeld in een Amerikaans vlootverband onder bevel van het amfibische aanvalsschip USS Bataan. De Van Amstel ging dicht bij de Bataan voor anker, wat het vervoer van personeel van en naar het Amerikaanse schip vergemakkelijkte. Tevens werd een Nederlandse liaisonofficier op de Bataan gestationeerd, zodat belangrijke informatie onmiddellijk naar de Van Amstel kon worden teruggekoppeld.

Hulp aan wal
Op woensdagmiddag 7 september vlogen beide boordhelikopters van de Van Amstel een eerste verkenningsmissie over het door de orkaan getroffen gebied en zond het fregat de eerste patrouilles aan wal. Gewapende leden van de US Coast Guard verzorgden daarbij de force protection tegen plunderaars op het vasteland. De daaropvolgende dagen gingen per dag tussen zeven uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds 62 tot 78 Nederlandse militairen aan wal om hulp te verlenen. De belangrijkste taken waren het inrichten en bezetten van distributiecentra en het begaanbaar maken van openbare gebouwen, zodat deze geschikt werden voor noodopvang van slachtoffers. Ook voorzag het Nederlandse marinepersoneel ter plekke in de primaire levensbehoeften van de bevolking door voedsel en drinkwater uit te delen, en hielp bij het puinruimen. Daarnaast hielp het bij het uitladen van een Antonov-vliegtuig, dat door Defensie was gecharterd om waterpompen en medische voorraden vanuit Nederland naar Biloxi te transporteren.

Voor het vervoer van en naar de wal maakte het personeel van de Van Amstel gebruik van de transportcapaciteiten (helikopters, landingsboten en hovercrafts) van de Bataan. Daarnaast brachten de Nederlandse walploegen een aantal malen de nacht door aan boord van het Amerikaanse schip om de effectieve werktijd te vergroten. De beide Nederlandse Lynx-helikopters werden dagelijks ingezet. Naast vervoerstaken voor het eigen schip maakten zij zich vooral nuttig door vanaf het plaatselijke vliegveld water, voedsel en medicijnen naar moeilijk bereikbare plekken te vliegen. Na zes dagen vond er een verschuiving plaats in de hulpverlening, van noodhulp- naar reguliere hulpverlening. Daarnaast werden de wegen langzamerhand weer begaanbaar en begon de Amerikaanse marine zich terug te trekken. Na overleg tussen de Defensiestaf in Den Haag en de Amerikaanse autoriteiten werd op maandag 12 september besloten de Nederlandse hulpinzet te beëindigen. De Van Amstel vertrok de volgende dag richting Curaçao.