Nederlands aandeel Operatie Provide Care
Op 22 juli 1994 besloot de Nederlandse regering militairen naar Zaïre te sturen om de Rwandese vluchtelingen te helpen. Hun werkgebied lag bij de stad Goma in Oost-Zaïre.
Eerst vertrok eind juli een klein verkenningsteam. 2 militairen moesten in kaart brengen waar de Nederlanders het beste konden helpen. 2 artsen en 4 verplegers keken waar medische hulp nodig was.
De hulpverlening begint
In Goma troffen de Nederlanders een humanitaire ramp aan. Het medisch personeel ging gelijk aan het werk in het kamp Katale, waar een cholera-epidemie woedde. Intussen bereidden de 2 kwartiermakers de komst van de hoofdmacht voor. Deze was begin augustus in het gebied. Dit Netherlands Detachment Provide Care (NLDetPC) bestond uit:
- een medisch team;
- transporteenheden;
- luchtverkeersleiders;
- een groep mariniers.
De luchtverkeersleiders gingen aan de slag op het vliegveld van Goma. Zij leidden daar het vliegverkeer in goede banen. De mariniers verzorgden de bewaking van de hulpgoederen en het materieel.
Het medisch team
De militairen van het medisch team werkten vooral samen met de hulporganisaties Artsen zonder Grenzen (AzG) en Memisa. Hun 1e zorg was de bestrijding van cholera in de kampen. Ook verzorgden zij spreekuren en vaccinaties. Bij het Israëlische veldhospitaal in Goma richtten de Nederlanders een medische hulppost in. Hier verpleegden zij zieken en gewonden.
De transporteenheid
De transporteenheid vervoerde hulpgoederen, water en gewonden. Vooral tijdens de 1e dagen brachten Nederlandse vrachtwagens veel materieel, medicijnen en voedsel naar de kampen. Met de watertransportwagens werd ook de bevolking van Goma van drinkwater voorzien. Daarnaast bracht de eenheid gewonden van de vluchtelingenkampen over naar het Israëlische hospitaal.
Gevaren
Het was niet altijd veilig voor de Nederlandse militairen. Zo werden vrachtwagenchauffeurs van de transporteenheid bedreigd en bestolen door Zaïrese en Rwandese soldaten. Ook vielen voedselvoorraden ten prooi aan plunderaars. Verder kregen Nederlanders te maken met gewapende opstandelingen. Het liep steeds goed af.
Einde missie en latere inzet
Op 4 september beëindigde Nederland de missie en vertrok de 1e retourvlucht. Begin november was al het personeel terug in Nederland. Daarna voerde de Koninklijke Luchtmacht nog verschillende hulpvluchten uit.