Nederlands aandeel in Operatie Mitch / Operatie Tellar

Op verzoek van de Verenigde Naties dirigeerde Nederland eenheden van verschillende krijgsmachtdelen naar het rampgebied. Een Nederlands fregat en een marinierseenheid, aangevuld met 4 commando’s van de landmacht (die in de buurt op oefening waren), schoten als eerste te hulp. Daarnaast stuurde Defensie 3 vliegtuigen plus personeel, een noodhulpverkenningsteam en een extra marinierscompagnie naar Honduras.

Luchtbrug

De Commandant der Zeemacht in de Caraïben (CZMCARIB), brigadegeneraal der mariniers Willem Prins, voerde het bevel over de Nederlandse noodhulpoperatie. Van 8 tot 17 november 1998 verzorgden 2 Nederlandse Hercules-transporttoestellen een luchtbrug voor hulpgoederen. Het M-fregat Hr.Ms. Willem van der Zaan fungeerde vanaf 6 november als drijvend coördinatiecentrum in de haven van Puerto Cortés.

Transport per rubberboot

Een week later kreeg het fregat steun van het op Curaçao gestationeerde transportschip Hr.Ms. Pelikaan. De 2 marinierscompagnieën verzorgden op verschillende locaties het transport van hulpgoederen per rubberboot. Op vrijdag 21 november 1998 werd de hulpverleningsmissie beëindigd. Civiele hulporganisaties hadden zich in het gebied ontplooid en namen de hulpverlening van de militairen over.