Nederlands aandeel in het Saheldetachement Darfur

Het Saheldetachement transporteerde de FAO-voedselhulp vanuit El Fasher naar de afgelegen dorpen Umm, Kebkabya, Kutum, Kedadda, Malha en Millit in Noord-Darfur. Dit gebeurde onder moeilijke omstandigheden. Berucht waren de rulle zandsporen en slechte stenen ‘wegen’. Hierover rijden werd door de Nederlanders gekscherend 'traplopen' genoemd.

Zelfvoorzienend konvooi

Met afstanden van soms wel 220 kilometer kwam de omlooptijd van een rit in de praktijk neer op ongeveer 5 dagen. En dan moesten de omstandigheden gunstig zijn. Ieder konvooi moest geheel zelfvoorzienend zijn. Dit betekende dat er op ieder transport 2 chauffeurs per vrachtauto, een medische ploeg, een monteursploeg en een radiotelegrafist voor de verbindingen met het basiskamp meereden. Iedere militair moest de beschikking hebben over minimaal 20 liter water per dag plus 5 dagrantsoenen.

500 ton voedsel

De Nederlandse transporteenheid verrichte het distributiewerk 2 maanden lang. Op 31 oktober gingen de militairen per vliegtuig weer naar huis. Zij kwamen een dag later in Nederland aan. In totaal was er 500 ton voedsel getransporteerd en had iedere truck ongeveer 4.000 kilometer gereden.