Nederlands aandeel Security Sector Reform (SSR) en Security Sector Development (SDD) Burundi

Voor de oprichting van SSR-Burundi hielp Nederland het land al met verschillende Security Sector Reform/Development-projecten. 

In 2004 werd een kolonel uitgezonden naar Burundi om de opbouw van een groot militair tentenkamp te overzien. In 2006 leverde Nederland 39 vrachtwagens, bestemd voor de politie. 3 rijinstructeurs en 1 onderhoudsspecialist verzorgden hiervoor de opleidingen. In het jaar daarna besloot de regering 2 strategische adviseurs bij de Burundese ministeries van Veiligheid en Justitie en Defensie in te zetten. Zij hadden de opdracht problemen binnen het leger en politie op te sporen. Ook keken zij of de Burundezen interesse hadden in een langdurige samenwerking met Nederland. Eind 2009 was Nederland betrokken bij de oprichting van een ‘kustwacht’ op het Kisuvumeer, maar die kwam niet van de grond. Los hiervan leverde Nederland van 2005 tot en met 2009 bijdragen aan 2 VN-missies: de Organisation des Nations Unies au Burundi (ONUB) en het Bureau Intégré des Nations Unies au Burundi (BINUB). Nederland zond voor deze missies 2 SSR-adviseurs uit.

De oprichting van SSR-Burundi

In 2008 tekenden Nederland en Burundi een akkoord over de samenwerking tussen beide landen. In 2009 volgde een tweede akkoord: Nederland had nu toestemming om SSR-Burundi officieel van start te laten gaan. Het Security Sector Development-programma was gericht op de hervorming en modernisering van de Burundese landmacht en politie. Nederland zette in totaal 4 adviseurs in, die na een aantal maanden werden afgelost.

4 fases

De missie was opgedeeld in 4 tweejarige fases. In de eerste bracht Nederland vooral tastbare zaken tot stand, zoals de levering van voertuigen en de verbouwing van kazernes. In de tweede fase stonden de werkwijze en het naleven van de regelgeving binnen het leger en de politie centraal. Voor de derde en vierde fase namen Burundezen het voortouw. Zijn moesten zelf het programma hiervoor opstellen en de uitvoering ter hand nemen.

Het einde van de missie

Voordat de vierde fase inging, moest het SSD-programma worden afgebroken. De Burundese president Nkurunziza wilde namelijk illegaal aan de macht blijven. Na het uitbarsten van gewelddadige demonstraties in mei 2015 stelde Nederland vast dat het geen zin meer had om door te gaan met het programma. De laatste Nederlanders verlieten Burundi in juli. Formeel kabbelde het programma nog door tot medio 2017, maar van een intensieve gecoördineerde samenwerking was geen sprake meer.