Nederlands aandeel in United Nations Angola Verification Mission (UNAVEM-II)

De Nederlandse regering besloot op 31 mei 1991 deel te nemen aan UNAVEM-II. Nederland zegde 15 militaire en 10 politiewaarnemers toe.

De militaire waarnemers zagen in het begin in groepen van 5 toe op de gezamenlijke commissies. Die moesten op hun beurt het in steden legeren van alle MPLA- en UNITA-militairen in 50 Assembly Areas (verzamelgebieden) controleren. Eenmaal gekantonneerd zou ontwapening volgen, zo was de bedoeling. Vervolgens zou een deel van de militairen naar huis worden gestuurd (gedemobiliseerd).

Nationaal leger

De resterende militairen moesten de basis voor een nieuw nationaal leger vormen. De waarnemers zagen daarnaast toe op de handhaving van het staakt-het-vuren. Dat hield stand tot eind september 1992. De kantonnering, ontwapening en demobilisatie liep grote vertraging op. In september 1992 was nog niet de helft van alle troepen gedemobiliseerd.

Verkiezingen

UNAVEM-eenheden hadden ook een rol bij de organisatie van de verkiezingen. De registratie van stemgerechtigden verliep bijzonder voorspoedig. Tijdens de verkiezingscampagne waren er geen noemenswaardige incidenten. Veel militaire en politiewaarnemers kregen een spoedcursus tot verkiezingswaarnemer. Zij zagen samen met honderden internationale burgerlijke verkiezingswaarnemers toe op een juist verloop van de presidentsverkiezingen. Zij deden hetzelfde bij de verkiezing van de wetgevende vergadering van 29 en 30 september 1992.

De MPLA won de verkiezingen. UNITA beschuldigde de MPLA echter van verkiezingsfraude, legde de uitslag naast zich neer en groef de strijdbijl weer op. Veel waarnemersteams kwamen letterlijk onder vuur te liggen. UNAVEM moest in januari 1993 noodgedwongen zelfs 45 VN-locaties ontruimen.

Nederlandse inbreng

Het aantal Nederlanders liep in de eerste helft van 1993 terug tot 2 militaire waarnemers en 2 marechaussees. Deze situatie bleef ongewijzigd tot januari 1995. In november 1994 ondertekende UNITA en de MPLA het protocol van Lusaka. Beide partijen stemden in met een nieuwe en omvangrijkere VN-operatie in Angola, UNAVEM-III. Het leeuwendeel van UNAVEM-III zou uit zo’n 7.000 infanteristen en ruim 400 waarnemers bestaan. Ook Nederland droeg bij aan de uitbreiding van het waarnemerskorps. In januari 1995 arriveerden 20 Nederlandse militaire en politiewaarnemers in Angola.

Bestand sneuvelt

De uitvoering van het Lusaka-protocol liep grote vertraging op. Met name UNITA toonde zich huiverig om grote aantallen troepen te demobiliseren. Het broze bestand sneuvelde dan ook weer in mei 1997. Daaraan droeg ook de vluchtelingenstroom bij uit het buurland Zaïre (Congo). Die bestond deels uit voormalige militairen van het Zaïrese regeringsleger die UNITA hun diensten aanboden. Verder weigerde UNITA afstand te doen van haar belangen in de diamantrijke gebieden in de noordoostelijke provincies, waarmee UNITA haar oorlogsinspanningen financierde.

De Nederlandse regering besloot na afloop van het mandaat van UNAVEM-III niet deel te nemen aan de geplande vervolgmissie. De laatste Nederlandse waarnemers keerden op 5 juli 1997 terug in eigen land.