1713-1795: In de achterhoede
In de 18e eeuw blijft de Republiek der Verenigde Nederlanden een rijke en belangrijke Europese natie. En met een groot koloniaal handelsimperium. Toch legt de Republiek in de internationale politiek steeds minder gewicht in de schaal. Bij voorkeur houdt de Republiek zich afzijdig. De neutraliteitspolitiek vindt in deze eeuw zijn oorsprong.
In de achterhoede
Overzicht gebeurtenissen
-
Periode 1713 - 1795
-
Het Nederlandse, Britse en Oostenrijkse leger heeft een sterkte van 53.000 man. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog lijdt dit gecombineerde leger een nederlaag tegen de Fransen. De geallieerde troepen onder commando van de hertog van Cumberland slagen er niet in het Franse beleg van Doornik te doorbreken.
Fransen nemen Doornik in
Maurits van Saksen is de beste Franse veldheer van het moment. Hij bewijst zijn superioriteit door met groot gemak het geallieerde leger te verslaan en Doornik in te nemen. Alle barrièresteden van de Republiek in de Zuidelijke Nederlanden vallen in Franse handen.
-
Na een beleg van 2 maanden valt de vesting Bergen op Zoom in Franse handen. Eerder in het jaar hebben de Fransen al Staats-(Zeeuws-)Vlaanderen bezet. Op 12 juli verschijnt zij onder aanvoering van generaal Ulrich Friedrich Waldemar graaf von Löwenthal voor Bergen op Zoom.
Staatse leger in slechte staat
De snelle val van de vesting illustreert de slechte staat waarin het Staatse leger en het vestingwerk verkeren. De 86-jarige Isaac Kock Baron Cronström verdedigt Bergen op Zoom. Hij blijkt niet tegen deze taak opgewassen.
Vrede sluiten
De Staten-Generaal trekken nu meer geld uit voor de oorlogvoering. Toch wint snel de overtuiging terrein dat het beter is om vrede te sluiten met de Fransen. Dit om verdere schade te voorkomen.
-
Het beleg van Bergen op Zoom maakt duidelijk dat het Staatse leger veel meer mineurs en sappeurs in dienst moet hebben. Vooral de Franse mineurs en sappeurs zorgen voor de snelle verovering van de vesting Bergen op Zoom
Het komt nu tot de oprichting van een vast regiment. Dit regiment mineurs en sappeurs telt 600 man en vormt de oorsprong van de huidige genietroepe
-
De Vrede van Aken maakt een eind aan de Oostenrijkse Successieoorlog. De Fransen ontruimen de Zuidelijke Nederlanden, die weer terugkeren onder Oostenrijks bestuur. De Republiek mag opnieuw garnizoenen leggen in de barrièresteden. Deze zijn inmiddels geheel door de Fransen ontmanteld.
De slechte verrichtingen op het slagveld en de vredesvoorwaarden maken duidelijk dat de Republiek in de Europese politiek niet meer meetelt.
-
De Boni-oorlogen spelen zich af in Oost-Suriname van 1765 tot 1778 en van 1779 tot 1793. In Suriname wordt flinke winst gemaakt op suikerplantages. Slaven uit Afrika verrichten hier het werk. Veel slaven ontvluchten dit bikkelharde bestaan en proberen in de jungle te overleven. Zij organiseren zich in groepen. Een groep van ongeveer 500 personen staat onder leiding van Boni.
Ongrijpbare guerrillastrijders
Het koloniale gezag probeert deze ‘weglopers’ of marrons op te pakken. Het zet hier in totaal 2.000 militairen voor in en een speciaal voor dat doel opgerichte eenheid: het Korps Zwarte Jagers. De marrons ontpoppen zich als ongrijpbare guerrillastrijders.
Boni sneuvelt
Verraad drijft Boni tijdens de tweede oorlog uiteindelijk in het nauw. Hij sneuvelt op 22 januari 1793. Een deel van zijn groep kan uitwijken naar Frans Guyana. Hier wonen nog steeds afstammelingen, Boni’s.
Afschaffing slavernij
Ruim 70 jaar later, in 1862, worden weer landmacht- en marinetroepen ingezet om weggelopen slaven te achterhalen. Het jaar erna wordt de slavernij in Suriname afgeschaft. De slaveneigenaars krijgen voor iedere vrijgelaten slaaf een vergoeding, maar niet voor weglopers. De expeditie is niet succesvol.
-
De fort-commandant van Sint Eustatius laat een contrasaluut brengen aan de Amerikaanse brigantijn Andrew Doria. Dit leidt tot felle protesten van Groot-Brittannië. Zij beschouwen de rebellerende Noord-Amerikaanse staten nog steeds als een kolonie. In het contrasaluut zien zij een impliciete erkenning van de nieuwe Verenigde Staten van Amerika door de Republiek.
De gouverneur van Sint Eustatius, Johannes de Graeff, verdedigt deze actie. Hij stelt dat het contrasaluut 2 schoten minder is geweest dan het saluut. Daarmee zou de fort-commandant hebben willen aangeven dat hij de Doria als koopvaarder begroette. Ongeacht haar vlag. Het Doria-saluut is de bekendste van vele gebeurtenissen die aanleiding geven tot de Vierde Engelse Oorlog.
-
Bij de ontploffing van het fregat Alphen verliezen honderden opvarenden het leven. De schade aan omringende schepen, kaden en gebouwen is enorm. Hoe de kruitkamer tot ontploffing kwam, is nooit achterhaald. Volgens overlevering stelen Nederlandse marinemensen in 1875 het schegbeeld. Dit houten beeld van de ontplofte Alphen stond in de tuin van de eigenaar op Curaçao. Een marineschip brengt het schegbeeld over naar Nederland.
Beeld teruggebracht naar rechtmatige eigenaar
Onderweg wordt het beeld ‘opgefrist’. Het beeld heeft een rood kapsel. Daarom krijgt het de bijnaam 'Rode Verrader'. Het had zijn marine-afkomst verloochend en was jarenlang een burgerfamilie trouw geweest. Bij aankomst in Den Helder wordt het schegbeeld in beslag genomen. De rechtmatige eigenaar, de familie Maduro, krijgt het beeld terug.
Marinetraditie
Het in Curaçao stelen en daarna vanuit Nederland weer terugbrengen van het schegbeeld ontpopt zich tot een marinetraditie. Deze traditie houdt ruim driekwart eeuw stand. De naam van het schegbeeld wordt in de loop van de tijd verbasterd in ‘Loden Verrader’. In 1976 wordt de Loden Verrader overgedragen aan het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam. Het boegbeeld keert in 2002 terug naar Willemstad. Het Maritiem Museum op Curaçao heeft het boegbeeld vanaf die tijd in bruikleen.
-
Nederland toont openlijk sympathie voor de rebellerende Britse kolonies in Noord-Amerika. Dit zorgt al enige tijd voor spanningen tussen Groot-Brittannië en de Republiek. De Nederlandse regering neemt officieel afstand van de strijd. Toch doet de Republiek niets om de bevoorrading en bewapening van opstandelingen vanaf het Nederlandse Sint-Eustatius tegen te houden.
Verdrag van Aix-la-Chapelle
Op zee eisen de Nederlanders 'vrij schip vrij goed'. Toch houden de Britten honderden schepen aan op verdenking van smokkel op de vijand. Zij houden in september 1780 de Amerikaanse gezant Henry Laurens aan bij Newfoundland. Laurens is op dat moment op weg naar de Republiek en heeft het geheime Verdrag van Aix-la-Chapelle op zak. Dit is een verdrag tussen Amsterdamse handelaren en de Amerikaanse rebellenstaten.
Oorlogsverklaring
De ‘Laurens Papers’ zijn voor de Britse regering reden om de Republiek met oorlog te dreigen. Laurens belandt uiteraard in de Tower, de staatsgevangenis. In november 1780 besluit de Republiek om met Denemarken, Rusland en Zweden een 'Verbond van Gewapende Neutraliteit' aan te gaan. Dit verbond garandeert onderlinge bescherming van de neutrale handel, ook op alle oorlogvoerenden. Hierop verklaart Groot-Brittannië de Republiek de oorlog.
-
Op de Noordzee treffen een Nederlands en een Brits marine-eskader elkaar. Het Nederlandse eskader begeleidt onder bevel van schout-bij-nacht Johan Arnold Zoutman een koopvaardijvloot. Deze vloot is uitgevaren ondanks de Britse blokkade van de Nederlandse kust. De Britse oorlogsschepen begeleiden een retourvloot naar huis, onder leiding van viceadmiraal Hyde Parker.
De zeeslag
Beide eskaders zonderen zich van de koopvaardijvloten af. Zij scharen zich in linie, waarna de Britten als eersten het vuur openen. De Nederlanders vechten onverschrokken. Geen enkel schip strijkt de vlag. De Britten breken de strijd af. Zwaar gehavend kunnen zij toch de koopvaardijvloot naar huis begeleiden. Het Nederlands konvooi is al naar de thuishavens teruggezonden.
Blokkade Nederlandse havens
Aan Nederlandse kant vallen 142 doden en 403 gewonden. Aan Britse zijde 104 doden en 339 gewonden. De Republiek viert de zeeslag uitbundig als een overwinning. Maar het eskader kan geen verdediging meer bieden. Hierdoor is de blokkade van de Nederlandse havens nu een feit. Op enkele uitzonderingen na, blijft de vloot werkeloos op de rede van Texel liggen.
Nieuwe fondsen en kweekschool
De Zeeslag bij de Doggersbank is aanleiding voor een aantal vernieuwende impulsen in het zeewezen. Zo komen er:
- het ‘Fonds ter ondersteuning der behoeftige Weduwen van de gesneuvelde Zeevarenden’;
- ‘Het Vaderlandsch Fonds ter Aanmoediging van ‘s Lands Zeedienst’;
- de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam.
Vernieuwing op de vloot
Ook op de vloot klinkt een krachtige roep om vernieuwing. Jan Hendrik van Kinsbergen, een van de ‘helden van de Doggersbank’, trekt in zijn Grondbeginselen van de Zeetactiek (1782) voor het eerst het gevecht in de linie als grondbeginsel in twijfel.
-
Het eerste marine-eskader vaart onder commando van kapitein-ter-zee Jacob Pieter van Braam. Zij komen de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) te hulp om opstandige inheemse vorsten tot de orde te roepen. De aanwezigheid van een marine-eskader in de Oost is een primeur. Vanaf haar oprichting in 1602 regelde de VOC met een eigen leger- en scheepsmacht de zaken steeds zelf in Azië.
Verzet Boeginezen
De inheemse bevolking verjaagt in 1783 de VOC-vloot op een vernederende wijze uit Riouw. De Boeginezen belegeren vervolgens het belangrijke VOC-steunpunt Malakka.
Eskader bevrijdt Malakka
Alleen de tussenkomst van een oorlogsvloot kan het prestige en gezag van de VOC herstellen. Dit eskader bestaat uit 6 schepen. Op 18 juni 1784 weet dit eskader na een succesvolle landing het belegerde Malakka te ontzetten.
Overgave Boeginezen
Een beslissende Zeeslag bij Riouw leidt daarna tot de volledige capitulatie van de Boeginezen.
-
Door de Vrede van Parijs komt er een einde van de Vierde Engelse Oorlog. Deze oorlog verloopt rampzalig voor de Republiek. Groot-Brittannië krijgt Negapatnam aan de kust van India en vrije vaart door Oost-Indië. Dit is kenmerkend voor de Britse overheersing op zee.
-
Deze commissie heet in de wandelgangen de Commissie lengtebepaling. De Admiraliteit van Amsterdam stelt de commissie in om de tot dan toe gebruikte navigatiemiddelen te verbeteren. Commissieleden zijn:
- Hoogleraar Jan Hendrik van Swinden;
- Amsterdamse lector in de wiskunde, zeevaart en sterrenkunde Pieter Nieuwland;
- Uitgever Gerard Hulst van Keulen.
De commissie gebruikt per direct de Meridiaan van Tenerife als officiële nulmeridiaan voor de Nederlandse zeealmanak. De Commissie lengtebepaling geeft deze almanak uit. Eerst brengen zij Nederland in kaart, daarna Nederlands-Indië.
Hydrografen
De marine leidt hydrografen op en voorziet hen van meetinstrumenten. Verder redigeert de marine tijdschriften en boeken.
-
Na langdurige voorbereiding gaat in Den Haag de eerste Artillerieschool open. 2 andere scholen in Zutphen en Breda volgen snel. Door de opleiding tot artillerieofficier op een wetenschappelijke basis te grondvesten moet deze drastisch verbeteren. Gelijktijdig verbetert dit de carrièremogelijkheden van de officieren. Het legerbestuur hoopt zo een eind te maken aan de ellendige toestand waarin het Korps Artillerie verkeert.
-
De Franse Nationale Conventie verklaart in 1793 de Republiek de oorlog. Franse troepen vallen onder aanvoering van generaal Charles-François Dumouriez ons land binnen. De Fransen moeten ons land in april weer ontruimen. De Oostenrijkse troepen hebben de Fransen namelijk een beslissende nederlaag toegebracht in de Zuidelijke Nederlanden.
-
Er worden 2 brigades rijdende artillerie opgericht van elk 2 compagnieën van 108 man. Zij moeten de beweeglijkheid van de artillerie vergroten. Ook moeten zij zorgen dat de artillerie de cavalerie succesvol kan ondersteunen en volgen.
De uitrusting van de compagnieën bestaat uit licht geschut getrokken door paarden. Nederland volgt hiermee het buitenlandse voorbeeld. Pruisen is in 1759 als eerste overgegaan tot de invoering van deze vorm van mobiele artillerie.
-