1945-1949: van Nederlands-Indië naar Indonesië
De jaren 1945-1949 staan helemaal in het teken van de Indonesische kwestie. Direct na de Japanse capitulatie roepen Sukarno en zijn nationalistische medestanders de onafhankelijke Republiek Indonesië uit. Nederland erkent de Republiek niet en zet alles op alles om Nederlands-Indië te behouden. Het parlement en het overgrote deel van de bevolking steunt het kabinetsbeleid. Perioden van diplomatie en onderhandeling wisselen af met perioden van strijd.
van Nederlands-Indië naar Indonesië
Overzicht gebeurtenissen
-
Periode 1945 - 1949
-
Op 15 augustus 1945 capituleert Japan. 2 dagen later roepen Sukarno en Hatta de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Zij zijn de 2 belangrijkste leiders van de nationalistische beweging. Die dateert al van ver voor de Tweede Wereldoorlog. Door het koloniale bewind is deze beweging altijd onderdrukt.
Tijdens de Japanse bezetting groeit het Indonesische streven naar onafhankelijkheid sterk. Door de nederlaag van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) in 1942 vermindert tegelijk het Nederlandse prestige in Indonesische ogen.
-
Nederland stuurt oorlogsvrijwilligers (OVW’ers) naar de kolonie. Zij moeten het geweld bedwingen en de koloniale orde herstellen. Deze vrijwilligers zijn in 1944 en 1945 geworven. Ze zijn eigenlijk bestemd voor inzet in Europa. De meeste van hen komen uit de zuidelijke provincies van Nederland.
Als de oorlog in Europa voorbij is besluit het kabinet ze naar Indonesië te sturen met de bedoeling om te strijden tegen de Japanners. Deze vrijwilligers komen in november 1945 in Brits Malakka op Java aan. De strijd tegen Japan is dan al voorbij.
Britten weigeren toegang Indië
Door ontwikkelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben Britse autoriteiten tijdelijk het gezag in Indonesië. Zij geven de OVW’ers voorlopig geen toestemming het land verder binnen te gaan door de gespannen situatie. In totaal gaan 25.000 OVW’ers naar Indonesië.
-
Nederland stelt tijdens een conferentie in de plaats Malino op Sulawesi voor deelstaten in te voeren. Dit is een idee van luitenant-gouverneur-generaal van Nederlands-Indië Hubertus Johannes van Mook.
Volgens zijn idee zal Indonesië in de toekomst zelfstandig worden. Namelijk in de vorm van een federatie van verschillende 'deelstaten' onder de naam 'Verenigde Staten van Indonesië'. Een van deze ‘deelstaten’ is de Republiek van Sukarno. De nieuwe staat blijft onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden met koningin Wilhelmina als staatshoofd.
Geen akkoord
De Republiek wil hier niets van weten. Sukarno wil eerst dat heel Indonesië onafhankelijk is in de vorm van een eenheidsstaat, geen federatie. Pas daarna wil hij nadenken over het behoud van een band met Nederland.
-
De oprichting van het Korps Militaire Politie is op 14 augustus 1946. Zij moeten de Koninklijke Landmacht in Indonesië ondersteunen en begeleiden. Al snel wijzigt de naam in Korps Militaire Politie/Koninklijke Marechaussee.
-
Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) kan met inzet van Nederlandse oorlogsvrijwilligers het geweld in Indonesië niet bedwingen. Daarom besluit het kabinet dienstplichtigen te sturen. Nooit eerder was er overzee een inzet van dienstplichtige militairen. Nederland moet hiervoor de grondwet wijzigen.
Naamgeving
De naamgeving van de divisie, ‘7 December’, verwijst naar de radiorede van koningin Wilhelmina op 7 december 1942. Hierin zegt zij een hervorming van de koloniale verhouding tussen Nederland en Indonesië toe na afloop van de Tweede Wereldoorlog.
Gelegerd in West-Java
1 Divisie (ook wel de C-Divisie genoemd) wordt gestationeerd in West-Java. In totaal gaan 95.000 landmachtdienstplichtigen naar Indonesië.
-
Het akkoord van Linggadjati voorziet in de erkenning door Nederland van de Republiek Indonesië op Java en Sumatra. Maar ook de oprichting van de ‘Verenigde Staten van Indonesië’ op uiterlijk 1 januari 1949. Deze gaan samen met Nederland verder in een unie.
Dekolonisatie
Het betekent dat Nederland in principe akkoord gaat met een geleidelijke en beperkte dekolonisatie. Beide partijen beloven hun troepensterkte te verminderen. Zij streven naar samenwerking op het gebied van defensie en legervorming.
Onderhandelingen mislukken
De onderhandelingen over de uitvoering van het akkoord mislukken. Een politieke oplossing voor het conflict verdwijnt daarmee uit het zicht.
-
Er gaat een 2e divisie dienstplichtigen naar Indonesië. Naast het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de dienstplichtigen van 1 Divisie ‘7 December’ komt de ‘Palmboom’-divisie. De standplaats van deze D-Divisie is Midden-Java. Vlak na aankomst is deze divisie al nodig voor een grote militaire actie.
-
De onderhandelingen over de uitvoering van het akkoord van Linggadjati mislukken. Het kabinet besluit hierna een militaire actie tegen de Republiek te voeren. Dit is de zogeheten Eerste Politionele Actie. Het doel is om de Republik Indonesië tot politieke inschikkelijkheid te dwingen. Maar ook om de belangrijkste productiegebieden op Java en Sumatra in handen te krijgen en de economie weer op gang te brengen. De actie is ingegeven door financiële nood: de bodem van de Nederlandse schatkist komt in zicht.
Amfibische operatie
De Koninklijke Marine voert een grote amfibische operatie uit. Talrijke landingsvaartuigen krijgen dekking van grotere oppervlakteschepen. Ook vliegtuigen van de Marine Luchtvaart Dienst (MLD) ondersteunen de operatie.
Nederland staakt actie
De Mariniersbrigade gaat in Pasir Poetih aan land. Al na 4 dagen hebben de mariniers de hele oosthoek van Java in handen. Onder zware internationale druk stopt de actie op 5 augustus. Generaal Simon Spoor komt tot de conclusie dat ze het offensief eigenlijk moeten voortzetten. Net zo lang tot Yogyakarta in Midden-Java in Nederlandse handen is gevallen. Yogyakarta is namelijk het centrum van de Republiek en de zetel van de Republikeinse regering.
Moeizame guerrillastrijd
Na afloop van de actie breekt een periode van moeizame strijd aan. De Republikeinse troepen zijn niet uitgeschakeld en zetten de strijd voort in de vorm van een guerrilla. Generaal Spoor meent dat hij deze guerrilla snel kan bedwingen, maar hij onderschat deze fase van de strijd.
-
De Renville-overeenkomst is het tweede politieke akkoord tussen Nederland en de Republiek. De ondertekening vindt plaats op het Amerikaanse marineschip USS Renville.
De overeenkomst is grotendeels een bevestiging van eerdere afspraken uit het akkoord van Linggadjati. Het komt tot een wederzijdse afbakening van territorium. En een (in theorie) terugtrekking van Republikeinse troepen uit de Nederlandse gebieden. Nederland hoopt dat de guerrillastrijd daardoor afneemt, maar dat gebeurt niet.
-
De voortgezette onderhandelingen over een definitieve politieke regeling lopen stuk. Nederland lanceert opnieuw een groot militair offensief tegen de Republiek: de Tweede Politionele Actie. Het doel is om Djokjakarta, het resterende deel van Java en een zo groot mogelijk deel van Sumatra te veroveren. En om de Republikeinse regering ten val te brengen en de Republikeinse strijdkrachten te vernietigen.
Mariniers gaan aan land
De Mariniersbrigade gaat eerst aan land bij Glondong in het noordoosten van Java. Later landen ze ook op verschillende plaatsen op Sumatra. Bij de Tweede Politionele Actie zijn er meer amfibische en ondersteunende luchtacties dan tijdens de 1e actie. Er zijn tientallen schepen, vliegtuigen en landingsvaartuigen bij betrokken.
Verovering Yogyakarta
Parachutisten en commando’s van het Korps Speciale Troepen veroveren Yogyakarta onder bevel van luitenant-kolonel Van Beek. De Republikeinse top, onder wie Sukarno, wordt gevangen genomen. Het Republikeinse leger weet de dans grotendeels te ontspringen en begint een guerrilla.
Internationale druk
Het Nederlandse optreden leidt ertoe dat de internationale gemeenschap inclusief de Verenigde Staten de kant van de Republiek kiest. Opnieuw maakt zware internationale druk een eind aan de actie, op 5 januari 1949.
-
De Van Royen-Roem-overeenkomst biedt uitzicht op een definitieve politieke oplossing van het conflict. Tijdens een Ronde Tafel Conferentie zijn er onderhandelingen over de spoedige soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië. Zonder een overgangsperiode onder Nederlands toezicht en beheer. Wel houdt Nederland vast aan de vorming van een federatie van Indonesische staten verbonden met Nederland in een unie. En met de koningin als staatshoofd.
Ontruiming Yogyakarta
De overeenkomst heeft ook militaire consequenties. De Nederlandse troepen moeten Yogyakarta prijsgeven en ontruimen. Terwijl zij enkele maanden eerder deze stad hebben veroverd. Dit zorgt voor grote spanningen in het leger. De ontruiming van Yogyakarta begint op 30 juni.
-
Koningin Juliana ondertekent de overdracht van de soevereiniteit aan de Verenigde Staten van Indonesië. De eerste president wordt Sukarno. Er komt een einde aan 350 jaar Nederlandse bestuurlijke en militaire aanwezigheid in de Indische archipel. Alleen Nieuw-Guinea blijft Nederlands bezit.
Uitroepen van de eenheidsstaat
De Indonesische regering maakt in 1950 al een eind aan de federale structuur (de ‘Verenigde Staten van Indonesië’) en roept de eenheidsstaat uit. In 1956 maakt zij ook een eind aan de unie met Nederland. Zij blijft zich inspannen voor de inlijving van Nieuw-Guinea bij Indonesië.
Overdracht aan Indonesische marine
De Koninklijke Marine draagt haar taken over aan de Indonesische marine. Wel behoudt de marine nog enige tijd een vertegenwoordiging in Indonesië. Namelijk om het Indonesisch marinepersoneel op te leiden en bekend te maken met het over te dragen materieel. De Gouvernements Marine komt onder Indonesisch beheer.
-
Op 26 juli 1950 komt een eind aan het bestaan van het koloniale leger. Op dat moment telt het nog ongeveer 65.000 militairen. Van de 15.000 Nederlandse militairen gaan er 7.500 over naar de landmacht. 7.500 militairen zwaaien af (demobiliseren).
Van de 50.000 Indonesische militairen gaan er 26.000 over naar het leger van Indonesië. 20.000 demobiliseren en 4.000 komen naar Nederland. De laatste groep bestaat uit Ambonese militairen die niet naar het Indonesische leger willen overgaan. Van de Indonesische regering mogen zij niet terugkeren naar de Molukse eilanden vanwege de politieke toestand daar. Het besluit is dat ze ‘tijdelijk’ naar Nederland gaan. In totaal gaat het om 12.000 personen, omdat hun vrouwen en kinderen ook meegaan. Zij zullen niet meer terugkeren en in Nederland blijven.
Begin Molukse gemeenschap in Nederland
Zij vormen het begin van de Molukse gemeenschap in Nederland. Zij streven naar een onafhankelijke republiek in de Zuid-Molukken.
KNIL-traditie
Het Regiment Van Heutsz zet de traditie van het KNIL in Nederland voort. De oprichtingsdatum van het regiment is 1 juli 1950.
-