1960-1990: Mechanisering en modernisering
Door de Koude Oorlog nemen vanaf de jaren '70 technische vernieuwingen een hoge vlucht binnen het militaire bedrijf. Eerst de toepassing van sonar, radar en straalmotor. Daarna de introductie van wapensystemen met tactische kernwapens en langeafstandsraketten.
Modernisering, mechanisering en motorisering zijn nodig in het leger. Niet alleen om aan de eisen van de NAVO te volden. Ook om mee te kunnen in de wapenwedloop met de Warschaupactlanden. Uiteindelijk zorgt dit in de loop van de jaren '80 voor een succesvol gemoderniseerde krijgsmacht. In de 2e helft van dat decennium veranderen de internationale politieke verhoudingen drastisch. De val van de Berlijnse muur op 9 november 1989 luidt het einde van de Koude Oorlog in.
Mechanisering en modernisering
Overzicht gebeurtenissen
-
1960 - 1990
-
Met de aanschaf van de AMX (een Frans pantserrupsvoertuig) en de YP 408 (een Nederlands pantserwielvoertuig, geproduceerd door DAF) betreedt de landmacht een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin de mechanisering en motorisering (het respectievelijk ‘op rups’ en ‘op wiel’ zetten en bepantseren van de landmacht) een hoge vlucht gaan nemen. Hierdoor is de infanterie in staat het moderne gevecht te voeren en de tanks te volgen.
Allerlei wapens en diensten krijgen nieuw, technisch veel gecompliceerder materieel. Dit brengt enorme veranderingen te weeg in het werk en in de arbeidsomstandigheden binnen de landmacht. De nadruk ligt meer dan ooit op techniek. De landmacht krijgt steeds meer behoefte aan technisch specialisten.
-
In New York sluiten de Nederlandse regering en de regering van de Republiek Indonesia een overeenkomst. Dit voorkomt een massaal treffen tussen de strijdkrachten van beide partijen.
Het bestuur over Nederlands Nieuw-Guinea wordt overgedragen aan UNTEA (United Nations Temporary Executive Authority). Tot teleurstelling van Nederland dragen de Verenigde Naties het gebied op 1 mei 1963 over aan Indonesië.
-
De overdracht van de eerste 2 Lockheed F-104G Starfighters aan de Koninklijke Luchtmacht is op 12 december 1962. De Starfighter is het 1e jachtvliegtuig dat 2 keer de snelheid van het geluid bereikt.
Multifunctioneel
Het toestel, ook wel de ‘bemande raket’ genoemd, wordt voor verschillende taken ingezet. Voor luchtverdediging, steun aan grondtroepen, aanvallen op scheepsdoelen en fotoverkenning. De Nederlandse vliegers noemen het toestel ‘een engel met heimwee’ door zijn enorme stijgvermogen. In totaal krijgt de Koninklijke Luchtmacht 138 Starfighters.
-
Landmachttroepen zijn permanent in Noord-Duitsland gelegerd. Dit is voor de bondgenootschappelijke verdediging. Het gaat om 41 Pantserbrigade in Seedorf en Hohne. Deze plaatsen liggen oostelijk van de rivier de Weser tussen Bremen en Hamburg.
Deze legering houdt verband met de ‘voorwaartse verdediging’. Met deze strategie verdedigt de NAVO zo dicht mogelijk bij het ‘ijzeren gordijn’. Bij een verrassingsaanval van het Warschaupact moeten Nederlandse eenheden zo snel mogelijk ter plaatse zijn. Daarom zijn er parate Nederlandse troepen in Duitsland. In ruil daarvoor zijn er militairen van de Duitse luchtmacht in het Brabantse Budel aanwezig.
-
Koningin Juliana reikt het luchtmachtvaandel uit op Vliegbasis Soesterberg. Zij doet dit in het bijzijn van Prins Bernhard in de hoedanigheid van inspecteur-generaal van de luchtmacht. Aan het vaandel wordt de in 1940 toegekende dapperheidsonderscheiding van Ridder Militaire Willems-Orde der 4e klasse gehecht.
Op het vaandel staan een gekroonde ‘J’ en ‘Koninklijke Luchtmacht’. Maar ook een aantal wapenfeiten van de Nederlandse en Nederlands-Indische militaire luchtvaart tijdens de Tweede Wereldoorlog.
-
In de vroege ochtend van 14 juni 1966 laat de Commandant Koninklijke Marechaussee, brigadegeneraal Henk Amelink, een waarschuwingsbericht uitgaan. Naar de commandant van de 2e Divisie Koninklijke Marechaussee, kolonel Strabbing stuurt hij: “Reken op bijstand te Amsterdam”.
Protestdemonstratie van bouwvakkers
De avond ervoor is er een protestdemonstratie van bouwvakkers. 1 van hen overlijdt tijdens de demonstratie aan een hartaanval. Maar het gerucht gaat dat deze bouwvakker door politiegeweld is omgekomen.
Berichtgeving Telegraaf
De Telegraaf meldt als enige krant dat de bouwvakker waarschijnlijk een natuurlijke dood is gestorven. Door dit bericht slaat de vlam in de pan. Ongeveer 5.000 man halen eerst verhaal bij De Telegraaf. Daarna verplaatsen de bouwvakkers, provo’s en vooral ‘nozems’ zich naar de Dam en het Damrak.
Bijstand marechaussee
De burgemeester van Amsterdam, mr. Gijs van Hall, vraagt daarop bijstand aan de marechaussee. Op het hoogtepunt bedraagt het totaal aantal ingezette marechaussees ongeveer 800 man. 17 marechaussees raken tussen 14 en 16 juni gewond. Aan deze ‘dienstongevallen’ komt een einde nadat de marechaussees met de lange wapenstok en het rotan schild worden uitgerust.
Bijstand aan Amsterdamse gemeentepolitie
Vanaf eind juni neemt de marechausseesterkte in Amsterdam langzaam af. Een jaar later levert de marechaussee nog steeds bijstand. Eind 1967 beslist de regering dat een detachement van 120 marechaussees in Amsterdam achterblijft om de gemeentepolitie te helpen. Daartoe roept de Koninklijke Marechaussee de brigade Amsterdam-bijstand in het leven.
-
Soldaat Loebas Oosterbeek richt de Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM) op. Dit is de ‘vakbond’ van dienstplichtige militairen. Hij doet dit op de Elias Beekmankazerne in Ede. De vereniging groeit snel en telt binnen 4 jaar al 20.000 leden. De vereniging ontwikkelt zich tot een lastige en kritische gesprekspartner van de minister. De VVDM voert geruchtmakende acties voor bijvoorbeeld vrije haardracht en afschaffing van de groetplicht.
-
Standing Naval Force Atlantic (STANAVFORLANT) is een geïntegreerd vlootverband. Het staat onder commando van de NAVO-Supreme Allied Commander Atlantic. Door aan beide kanten van de Atlantische Oceaan te oefenen laten de NAVO-bondgenoten zien dat zij gezamenlijk op willen treden. Onderzeebootjager Hr.Ms. Holland maakt als 1e Nederlandse oorlogsbodem deel uit van dit NAVO-smaldeel.
-
De Legerraad besluit de Duitse Leopard-tank aan te schaffen. Deze tank vervangt de verouderde Britse Centurion. Het is een snelle en tamelijk lichte (39,5 ton) tank voorzien van een 105mm kanon met een bereik van 2.000 meter. De Legerraad vindt de tank vooral geschikt voor oorlogvoering op de Noord-Duitse laagvlakte. In totaal schaft Nederland 415 Leopards aan.
Aandacht voor conventionele bewapening
Door de invoering van de NAVO-strategie van flexibele response komt de conventionele (niet-nucleaire) bewapening weer in de belangstelling. In dit opzicht is de situatie bij de landmacht niet florissant. Er is een grote achterstand in de aanschaf van modern materieel. Alleen is er geen geld voor de aankoop van nieuw materieel.
-
Tot 1969 maakt de marechaussee volledig deel uit van de Koninklijke Landmacht. Per 1 juli 1969 valt de Commandant Koninklijke Marechaussee rechtstreeks onder de minister van Defensie.
Op 1 januari 1970 krijgt de marechaussee een eigen begroting voor de uitoefening van de politietaken. En in 1972 is de marechaussee in financieel opzicht gelijk met de landmacht, de luchtmacht en de marine. Vanaf 1992 is de marechaussee een zelfstandig dienstonderdeel en vanaf 1998 een zelfstandig krijgsmachtdeel.
-
De N.V. Koninklijke Maatschappij De Schelde bouwt Hr.Ms. Tromp. Dit geleidewapenfregat wijkt in verschillende opzichten af van fregatten die de Koninklijke Marine op dat moment gebruikt. Zo bezit het nieuwe geleidewapenfregat gasturbinevoortstuwing en een driedimensionaal radarsysteem in een opvallende metershoge bol.
Karakteristieke bol
Door die merkwaardige grote gladde bol krijgt de Tromp al snel de bijnaam Kojak. Dit is in die tijd een populaire kale detective uit een Amerikaanse televisieserie. Er zijn maar 2 schepen die deze karakteristiek bol krijgen. Ongeveer 9 maanden later gaat het zusterschip Hr.Ms. De Ruyter te water en heeft ook deze radarbol.
-
In september 1973 is in Duitsland de oefening Big Ferro. Door deze oefening kunnen de divisies van 1 Legerkorps onder zo realistisch mogelijke omstandigheden oefenen. Het is de eerste grootschalige oefening van het legerkorps sinds 1954.
Legerkorpscommandant luitenant-generaal Ferdinand Meijnderts heeft het bevel over 24.000 Nederlandse en 16.500 buitenlandse (vooral Duitse) militairen. Nieuw is ook dat ze zonder vast draaiboek oefenen. Sindsdien staat er tot het eind van de Koude Oorlog iedere 5 jaar een grote legerkorpsoefening op het programma:
- Saxon Drive in 1978;
- Atlantic Lion in 1983;
- Free Lion in 1988.
-
Met het uitroepen van de onafhankelijkheid van Suriname wordt de Troepenmacht in Suriname (TRIS) opgeheven. De nieuwe Surinaamse Krijgsmacht neemt het materieel en de gebouwen over. De TRIS was vanaf 1957 als onderdeel van de Koninklijke Landmacht verantwoordelijk voor de verdediging van Suriname. Het telde 1.100 man.
-
Rond 1976 gaat de topstructuur van het ministerie van Defensie op de schop. Dit om een meer geïntegreerd Defensiebeleid mogelijk te maken. Er is al een verticale structuur die op de krijgsmachtdelen is gericht. Daarnaast komt er ook een horizontale organisatievorm.
Deze horizontale structuur gaat uit van 4 naast elkaar staande functiegebieden:
- operatiën;
- personeel;
- materieel;
- economie en financiën.
De Chef Defensiestaf (CDS) komt aan de top van het eerstgenoemde functiegebied te staan. De andere 3 krijgen een directeur-generaal als hoogste functionaris. Binnen de krijgsmachtdelen komt er een vergelijkbare indeling. Door de vervlechting van horizontale en verticale elementen spreekt men van de matrixorganisatie.
-
Op 23 mei 1977 gijzelen 9 Molukse kapers 54 passagiers in de Intercity van Assen naar Groningen. Naarmate de treinkaping voortduurt, wordt de kans op een vreedzame oplossing steeds kleiner.
Operatie uitdenken
De regering neigt daarom naar de inzet van militaire middelen. Politie, bijzondere bijstandseenheden en krijgsmacht buigen zich gezamenlijk over een verrassingsactie. De trein staat in een nauwelijks beschutte omgeving. Hierdoor is het bijzonder moeilijk om de gijzelnemers te overrompelen.
Bestorming
In de vroege ochtend van 11 juni nemen lange-afstandsschutters van de Bijzondere Bijstandseenheid Krijgsmacht de trein onder vuur. F-104 Starfighters van 322 Squadron scheren meerdere malen laag over de trein, met hun naverbrander aan. Het enorme lawaai zorgt voor verwarring bij de Molukse kapers. Van die verwarring maken de grondeenheden van de Bijzondere Bijstandseenheid Mariniers gebruik. Zij bestormen de trein en bevrijden de gijzelaars.
-
Vanaf 1978 worden de militaire beroepsopleidingen geleidelijk voor vrouwen opengesteld. In dat jaar doen de eerste vrouwelijke cadetten hun intrede bij de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Vrouwelijke militairen hebben voortaan dezelfde rechtspositie als hun mannelijke collega’s en kunnen grotendeels dezelfde functies vervullen. Daarmee komt er een einde aan het bestaan van de aparte vrouwenafdelingen van de 3 krijgsmachtdelen. De MARVA, MILVA en LUVA worden in 1982 opgeheven.
-
Het kabinet Van Agt besluit de in 1974 aangeschafte niet-nucleaire Lance-raket nucleair te stellen. Ondanks dat hier veel verzet tegen is. Het kabinet deelt de mening van de NAVO dat 1 Legerkorps over een vernieuwde nucleaire raket moet kunnen beschikken.
De Lance is een zelf-geleide raket met een dracht van 100 kilometer. Het is de opvolger van de verouderde Honest John. 129 Afdeling Veldartillerie wordt met de Lance-raket uitgerust.
-
Militairen van 44 Pantserinfanteriebataljon ‘Johan Willem Friso’ uit Zuidlaren nemen deel aan de VN-vredesmacht United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL). Dutchbatt bestaat uit ongeveer 800 militairen.
In Tyrus heeft de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie het voor het zeggen. In de grensstrook met Israël oefent de christelijke militie van de door Israël gesteunde majoor Saad Haddad de macht uit. Het Nederlandse bataljon (Dutchbatt) krijgt de taak om tussen deze gebieden de vrede en veiligheid te handhaven. En om het gezag van de Libanese regering te helpen herstellen.
In oktober 1983 trekt Nederland het bataljon uit de vredesmacht terug. Nederland zet de deelname nog 2 jaar voort met de compagnie Dutchcoy. Op 25 oktober 1985 eindigt de Nederlandse aanwezigheid in Libanon. In totaal hebben 8.800 landmachtmilitairen dienst gedaan in Libanon.
-
1975 besluit de regering na een lang besluitvormingsproces dat de General Dynamics F-16 de Starfighter gaat opvolgen. De beslissing valt na uitvoerig overleg met verschillende NAVO-partners.
Keuze valt op F-16
Vanuit het oogpunt van operationele kwaliteit en programmakosten is de F-16 de beste keuze. Het toestel is snel en flexibel inzetbaar. Zowel voor luchtverdedigingstaken als voor de ondersteuning van landstrijdkrachten. De eerste bestelling bestaat uit 102 F-16’s. In de jaren daarna wordt dit aantal uitgebreid tot 213. De F-16 vervangt namelijk ook de Northrop NF-5.
Modificatie jaren '90
Vanaf halverwege jaren '90 krijgen de F-16´s een grootschalige 'opknapbeurt': de Mid Life Update (MLU). Door deze modificatie kunnen de toestellen in de jaren daarna onder vrijwel alle omstandigheden goed functioneren. De belangrijkste verbeteringen in het kader van het MLU-programma zijn:
- de nieuwe centrale boordcomputer;
- de aangepaste cockpit;
- het nieuwe radarsysteem;
- de aanpassing van de bewapening.
Ook beschikt het opgewaardeerde toestel over een nieuw vliegtuigidentificatiesysteem en een systeem om (doel)informatie tussen vliegtuigen onderling te kunnen uitwisselen.
-
De NAVO besluit om 572 Amerikaanse middellangeafstandsraketten met een enkelvoudige kernlading in Europa op te stellen. Dit als antwoord op de stationering van SS-20 raketten door de Sovjet-Unie.
Er is wel sprake van een NAVO-dubbelbesluit. De Sovjet-Unie krijgt namelijk het aanbod om met onderhandelingen te beginnen over een beperking van dergelijke kernwapens.
Verzet tegen kruisvluchtwapens
Er is veel verzet tegen het plan om 48 kruisvluchtwapens in Nederland te plaatsen. De 2 achtereenvolgende kabinetten Van Agt stellen het besluit hierover steeds uit. Uiteindelijk besluit het kabinet Lubbers op 1 november 1985 in principe tot plaatsing. De kruisvluchtwapens komen op Vliegbasis Woensdrecht te staan.
Plaatsing gaat niet door
De plaatsing gaat uiteindelijk niet door. Op 7 december 1987 sluiten de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie een verdrag om middellangeafstandsraketten af te schaffen.
-
Op 15 januari 1981 besluit de gemeenteraad van Nijmegen een parkeergarage in de Piersonstraat te bouwen. Voor de bouw moeten zij 9 'gekraakte' woningen in de Piersonstraat en het zogenoemde pakhuis 'De Eenhoorn' in de Karregas slopen.
Verzoek tot bijstand
De ontruiming is verwacht op 23 februari. De gemeente Nijmegen vraagt de Koninklijke Marechaussee om te helpen bij de ontruiming.
Inzet van bijstandseenheden
Het gaat om speciale ontruimingseenheden en een algemene reserve voor de gemeentepolitie. Bij het marechausseecontingent horen onder meer:
- 3 eskadroncommandogroepen;
- 15 bijstandspelotons;
- de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (Peloton Speciale Taak);
- een pantserwagenpeloton;
- 30 traangasschutters;
- 8 motorrijders.
Ontruimingsactie van 4,5 uur
De totale ontruimingsactie duurt 4,5 uur. De tegenstand is sterker dan ooit tevoren en grimmiger van aard. In totaal zijn er ongeveer 900 man krakers en actievoerders. De geweldsuitoefening door de marechaussee krijgt heftige kritiek. Bij de acties raken 33 marechaussees gewond. Deze ontruiming is een voorbeeld voor de grimmige verhouding tussen overheid en krakers in deze periode.
-
België, Frankrijk en Nederland hebben samengewerkt voor het ontwerp van de Hr.Ms. Alkmaar. Dit is het Tripartite-project. Tot dan toe is het gebruikelijk om mijnenvegers en -jagers van hout te bouwen. Dit nieuwe schip is gemaakt van kunststof (met glasvezel versterkt polyester).
-
Op 11 oktober 1979 werd bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM) de kiel gelegd van Hr.Ms. onderzeeboot Walrus. In 1984 blijkt dat de bouw van deze hypermoderne klasse van onderzeeboten samen gaat met enorme kostenstijgingen van het bouwproject. De politieke leiding van het departement heeft hier onvoldoende informatie over gehad.
De Walrus-affaire leidt in het voorjaar van 1985 tot de vervanging van de verantwoordelijk geachte marineleiding. Door de invoering van het Defensie Materieelkeuze Proces (DMP) in 1984 krijgt de politiek meer greep op het aanschaffingsbeleid van de krijgsmacht.
-
Op 9 november 1989 valt de Berlijnse Muur. Deze gebeurtenis staat nog steeds symbool voor het einde van de Koude Oorlog. Niet alleen in Oost-Duitsland (DDR), maar overal in Oost-Europa komen communistische regimes ten val.
Einde Warschaupact
Op 1 juli 1991 wordt het Warschaupact opgeheven. De internationale politieke verhoudingen veranderen drastisch. Voor de krijgsmacht begint een periode van inkrimping en reorganisaties.
-