Buiksloot

Eind jaren 30 vestigde de Amsterdamse Club voor Zweefvliegen zich op het zweefvliegveld Tuindorp Oostzaan.

Tijdens de mobilisatie kreeg dit veld van de Militaire Luchtvaart de status van hulpvliegveld. Dit ondanks de slechte kwaliteit van de grasmat en de belabberde thermische condities. Het kreeg de naam Buiksloot. Het beschikte over 2 grasbanen met een lengte van ongeveer 600 meter en een breedte van 150 meter.

Slechte bodemgesteldheid

Eigenlijk zouden de Fokker D.XXI’s van de 2e Jacht Vliegtuig Afdeeling (2e JAVA) op Buiksloot gestationeerd worden. Maar deze vliegtuigen bleven op Schiphol. Dit kwam door de slechte bodemgesteldheid van Buiksloot. In de meidagen van 1940 gebruikten Nederlandse jachtvliegtuigen het vliegveld intensief. Totdat het vlak voor de overgave onbruikbaar werd gemaakt.

De Duitsers haalden de aangebrachte versperringen weg maar konden verder weinig met het terrein uitrichten. Het kreeg onder de naam ‘Amsterdam-Nord’ de status van noodlandingsterrein. Bij regen was het bijna onbruikbaar. In de zomer van 1943 was het terrein door de Duitsers verlaten, omgeploegd en met palen versperd.

Na de oorlog kreeg het voormalige vliegveldje onder meer een bestemming als sportveld.