Haamstede
In 1931 opende het civiele vliegveld Haamstede haar deuren. In 1939 kreeg Haamstede door de gespannen internationale situatie een militaire functie. De Militaire Luchtvaart verplaatste dat jaar de voortgezette vliegeropleiding van Soesterberg naar vliegveld Haamstede.
Messerschmitt
Rond juli 1940 arriveerden de eerste Duitse toestellen op Haamstede. Dit waren Messerschmitt BF 109E-jachtvliegtuigen van de 4./JG 54. Zij bewaakten de Zuid-Nederlandse kust en de Rotterdamse havens en gaven luchtdekking aan de scheepvaart. Ook voerden zij dagelijks patrouillevluchten uit.
Deze activiteiten trokken al snel de aandacht van de RAF. De RAF bombardeerde het vliegveld herhaaldelijk maar richtte weinig schade aan. Ook andere operationele eenheden gebruikten korte tijd het vliegveld. Hierna gebruikten de geallieerden Haamstede nog een tijd voor tussen- of voorzorgslandingen.
Operatie Donnerkeil
Vanaf eind oktober 1941 tot februari 1942 waren geen vliegende eenheden op Haamstede aanwezig. Dat veranderde in februari 1942. Toen kreeg het vliegveld een belangrijke rol bij operatie Donnerkeil. Hierbij ondersteunden de Luftwaffe de uitbraak van de Duitse slagschepen Scharnhorst en Gneisenau uit de Franse haven Brest. Daarna keerde de rust op Haamstede terug. Begin 1943 maakten de Duitsers het terrein onbruikbaar.
Pas tijdens de watersnoodramp in 1953 gebruikte Nederland het deels herstelde vliegveld opnieuw. Vanaf het eind van de jaren ‘50 gebruiken zweefvliegsporters het terrein.