Voor koningin en vaderland. Nederlanders bombarderen Dresden
Het is 14 februari 1945, tegen half twee in de nacht. Ruim drie uur na het eerste bombardement op Dresden klinkt opnieuw motorgeronk in de lucht. Een armada van 529 Lancasters nadert de stad voor een tweede, nog zwaardere aanval. Drie Nederlanders zijn van de partij.
Ze zijn met ongeveer dertig: Nederlanders die tijdens de oorlogsjaren als vlieger zijn ingedeeld bij een van de squadrons in RAF Bomber Command, het onderdeel van de Britse luchtmacht dat zich bezighoudt met strategische bombardementen op Duitse steden. Het zijn eigenlijk een soort buitenbeentjes. De meeste van hun collega’s vliegen bij een van de Nederlandse eenheden in de RAF: het met Spitfire-jachtvliegtuigen uitgeruste 322 Squadron en het met middelzware Mitchell-bommenwerpers opererende 320 Squadron.
Op weg naar Dresden
De Nederlanders in Bomber Command vliegen op zware bommenwerpers als de viermotorige Stirling, Halifax en Lancaster en de veel snellere, vrijwel geheel houten tweemotorige Mosquito. Drie Nederlanders zijn in de nacht van 13 op 14 februari 1945 van de partij boven Dresden. Het zijn de flying officers (eerste luitenants) Willem Thorbecke, Wladimir Rudenko en Harry Sinnema. De crews zijn internationaal getint en bestaan voornamelijk uit Britten, Canadezen en Australiërs. Thorbecke en Rudenko zijn ingedeeld bij het 622 Squadron dat deel uitmaakt van 3 Group en is gestationeerd op Mildenhall in Suffolk. Sinnemas eenheid, het 153 Squadron, opereert vanaf Scampton in Lincolnshire en ressorteert onder 1 Group.
Zowel het 153 Squadron van Sinnema als het 622 Squadron van Thorbecke en Rudenko maken deel uit van de tweede aanvalsgolf die omstreeks 1.30 uur Dresden aanvalt en enorme schade aanricht in het stadscentrum. Van de drie Nederlanders kiest Wladimir Rudenko als eerste het luchtruim. Hij trekt zijn Lancaster om 21.18 uur van de startbaan in Mildenhall. Om 21.34 uur volgt Willem Thorbecke dit voorbeeld. Harry Sinnema vertrekt om 21.40 uur van Scampton. Om de Duitsers zo lang mogelijk in het ongewisse te houden over het doelwit wordt via een omweg naar Dresden gevlogen. Daardoor bedraagt de totale vliegtijd tussen de negen en tien uur. Meer dan een gemiddelde werkdag en dat zonder pauzes of momenten om te ontspannen!
Alles onder controle
Voor alle drie verloopt de vlucht naar het doelgebied en het bombarderen zonder incidenten. Hoewel het doel deels door wolken en rook van branden op de grond aan het zicht wordt onttrokken, verloopt de aanval georganiseerd en op tijd. “P.F.F. [Pathfinder Force] marking was punctual and concentrated, and the Master Bomber [de aanvalsleider die boven het doelgebied over de radio aanwijzingen gaf] had the attack well under control” meldt de dagboekschrijver van Harry Sinnemas squadron. “Crews reported that as the attack developed, large fires were burning in the city and smoke was rising to 10,000 feet, and report that the glow of fire could be seen for 45 minutes after leaving [the target area].”
Spannende momenten
De bommenrichters van de drie Nederlandse vliegers lossen tussen 01.34 uur en 01.45 uur de bommen vanaf een hoogte van bijna 7 kilometer en maken zich daarna uit de voeten. Wat nog rest is de lange terugweg naar Engeland. Voor Rudenko en Sinnema en hun crews verloopt de terugvlucht volgens plan. Voor Thorbecke en zijn bemanning breken spannende momenten aan wanneer hun Lancaster vlak na het verlaten van het doelgebied een treffer te verduren krijgt die een van de motoren in brand zet. Met moeite kan die worden geblust, maar de motor moet worden stilgezet. De Nederlander laat vervolgens zijn bemanning kiezen: of oostwaarts vliegen en achter de Russische linies de bommenwerper met de parachute verlaten. Of proberen ondanks een harde westenwind op eigen houtje Engeland te bereiken. Geen enkel crewlid voelt iets voor het verlaten van het vliegtuig met de parachute boven een gebied dat weliswaar in handen is van een bevriende natie, maar waarvan verder weinig bekend is. “To a man the crew exclaimed vociferously that they wanted to go back to base despite all the hazards”, aldus Thorbecke. Op drie motoren wordt koers gezet richting Engeland. Daarbij worden gebieden waar zich grote concentraties luchtafweer bevinden zo veel mogelijk vermeden.
Een onverwachte terugkeer
Na een urenlange vlucht waaraan maar geen einde lijkt te komen, arriveert de Lancaster van Thorbecke en zijn bemanning als allerlaatste bommenwerper van het squadron om 07.25 uur weer op Mildenhall. Daarop had niemand meer gerekend. De bemanning is ondertussen al opgegeven als vermist. Dit merken Willem en zijn bemanning na de landing. Het vrachtwagentje dat hen naar de onderkomens moet rijden is al verdwenen, waardoor zij een paar kilometer moeten lopen vanaf de plek waar hun Lancaster is geparkeerd naar hun slaapvertrek. Daar aangekomen blijken al hun persoonlijke spullen al te zijn ‘opgeruimd’. “I found that every possession (even my tooth brush) had been taken away, as is the custom when airmen are lost on operations. We had been given up for dead. Fortunately there was soap in the bathroom, and I took a bath, said a prayer and went naked to bed.”
Volgens het boekje
Voor Wladimir Rudenko en Harry Sinnema is de terugvlucht op rolletjes verlopen al bedraagt ook voor hen de totale vliegtijd tussen de negen en de tien uur. Rudenko is als eerste weer terug op de thuisbasis. Hij landt zijn Lancaster om 06.36 uur. Sinnema is om 07.15 uur weer ‘binnen’. Tijdens de debriefing laten ze de inlichtingenofficieren weten dat de aanval volgens het boekje is gegaan. Harry Sinnema en zijn bemanning hebben het over "Extensive fires burning", terwijl Rudenko en zijn crew zelfs spreken van "best attack yet seen". Na een stevig Brits ontbijt met de zo gewilde en zeldzame eieren en spek zoeken zij hun bed op. Zij zijn weer een stapje dichter bij het doel gekomen waarvoor zij van dag tot dag leven, het op de knieën krijgen van nazi-Duitsland.
Morele dilemma's en schuldgevoelens
Tijdens het bombardement zelf zullen de drie oorlogsvliegers weinig hebben meegekregen van het inferno dat zich zo’n zeven kilometer onder hen afspeelde. Het kan echter niet anders dan dat zij er naderhand mee zijn geconfronteerd. Hoe keken zij aan tegen hun betrokkenheid bij de massale verwoestingen waarbij grote aantallen burgerslachtoffers waren gevallen? Het is niet onwaarschijnlijk, dat het (naderhand) tot morele dilemma’s en schuldgevoelens heeft geleid. Bij een aantal van hun Nederlandse collega’s is dit in ieder geval wel gebeurd. Een van de manieren om zich hiertegen te wapenen was door te benadrukken dat zij – als geallieerd militair – het recht aan hun kant hadden. Zij vochten immers tegen het kwaad en stonden moreel gezien dus aan de goede zijde. Moeilijkheid bleef echter dat in die strijd tegen nazi-Duitsland hun bommen niet waren gericht tegen puur militaire doelen, maar tegen woonwijken en burgers. Hun morele gelijkheid stond daarmee, ondanks de enorme gevaren die ze zelf hadden gelopen, op een zwak fundament.
Door Erwin van Loo
Foto's bombardement op Dresden
Voor meer beeldmateriaal van de bevrijding van Nederland, zie onze beeldbank.