Operatie Market Garden

Na de uitbraak uit Normandië half augustus 1944 rukten de geallieerde legers in hoog tempo op door Frankrijk en België. De opmars verliep echter zo snel dat de bevoorrading vastliep. Veldmaarschalk Montgomery kwam met een gedurfd plan om de vaart erin te houden: een massale luchtlanding achter de Duitse linies, om op die manier aan de overkant van de Rijn te komen. Een riskante onderneming, maar ach, hoeveel weerstand konden de halsoverkop terugtrekkende Duitsers nog bieden?

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto, onderin twee figuren die omhoog wijzen en kijken, in een heldere lucht zijn meerdere kruisende condenssporen te zien.
Beeld: NIMH
Verheugde burgers wijzen naar de door geallieerde vliegtuigen op weg naar Arnhem in de lucht achtergelaten condenssporen.

Eisenhower ging akkoord met Operatie Market Garden. Drie luchtlandingsdivisies moesten een tapijt uitrollen (Market) waarover de grondtroepen zouden oprukken (Garden) vanaf de Belgisch-Nederlandse grens naar Arnhem. Twee van de divisies (de Amerikaanse 101st en 82nd Airborne) landden bij respectievelijk Eindhoven en Nijmegen. De Britse 1st Airborne Division, aangevuld met een Poolse brigade, vormde bij Arnhem de spreekwoordelijke punt van de speer. Doel was om alle belangrijke overgangen van rivieren en kanalen op de tachtig kilometer lange opmarsroute veilig te stellen. Eenmaal over de Rijn kon de 21st Army Group de Duitse Westwall omzeilen en de openliggende Noord-Duitse laagvlakte intrekken. Slaagde het plan, dan werd de oorlog met maanden bekort.

Hell's highway

Operatie Market Garden ging op 17 september 1944 van start. De luchtlandingen verliepen niet overal zoals verwacht en de verraste Duitsers herstelden zich snel. Nu kwamen de zwaktes van het geallieerde plan aan het licht. De hoofdopmarsroute door Noord-Brabant was niet veel meer dan een smalle provinciale weg, die al snel de bijnaam Hell’s Highway kreeg. Het draaiboek om binnen twee of drie dagen Arnhem in te nemen, kon de prullenbak in. Bovendien landden de Britse militairen die bij Arnhem werden ingezet ten westen van Oosterbeek, behoorlijk ver weg van de Rijnbruggen in de stad. De luchtlandingen werden ook nog eens over meerdere dagen uitgesmeerd vanwege een tekort aan transportvliegtuigen. Het verrassingselement – het sterkste wapen van luchtlandingseenheden – werkte daardoor niet.

Vergroot afbeelding Grafische weergave van de geallieerde opmars over land tijdens de operatie in de vorm van pijlen. Te zien zijn de steden Eindhoven, 's-Hertogenbosch, Nijmegen en Arnhem. De geallieerde pijlen zijn blauw en lopen vanaf Eindhoven naar Nijmegen en Arnhem, de Duitse bewegingen zijn als rode pijlen weergegeven en vallen aan rondom Arnhem, aan de oostkant van Nijmegen en boven Eindhoven.
Beeld: NIMH
Operatie Market Garden, september 1944.

Wet van Murphy

Uiteraard speelde ook de wet van Murphy. Precies toen de Britse luchtlanding begon, oefende een Duitse eenheid in de bossen tussen Oosterbeek en Arnhem op het bestrijden van luchtlandingen. Juist deze eenheid doorkruiste het doldrieste Britse plan om met jeeps naar Arnhem te racen. Uiteindelijk bereikten een paar honderd Britten, aangevoerd door luitenant-kolonel John Frost, de Rijnbrug in het centrum van Arnhem. Daar hielden ze een paar dagen manmoedig stand.

Versterkingen kreeg Frost nauwelijks. De Duitsers wisten de rest van de 1st Airborne Division in Oosterbeek te isoleren. Nog niet alles was verloren: de Britten hadden altijd nog een hoefijzervormig bruggenhoofd (‘de heksenketel’) op de noordoever van de Rijn in handen. De verlossing uit het zuiden kwam echter niet snel genoeg. De Nijmeegse Waalbruggen vielen pas op 20 september in geallieerde handen, mede dankzij de heroïsche ‘Waal Crossing’ met lichte bootjes door Amerikaanse airbornes. Maar ook daarna slaagden slechts kleine groepjes Britten en Poolse parachutisten erin de Rijn over te steken om het bruggenhoofd te versterken. In de nacht van 25 op 26 september werd Oosterbeek ontruimd, onder de ironische codenaam Operatie Berlijn. Een kwart van de Britse divisie wist te ontsnappen. Operatie Market Garden was definitief mislukt. De allerbelangrijkste les: de Duitsers waren nog niet verslagen.

  • Zwart-witfoto, een straat met trambaan ligt vol puin en takken, op de voorgrond loopt een militair die achteromkijkt, op de achtergrond een tank bezaaid met takken.
    Beeld: NIMH, collectie: Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht

    Duitse militairen en tanks op de Utrechtseweg in Arnhem.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto, een militair met helm zit tegen een boom een kaart te lezen, naast hem staan twee mannen in burgerkleding hem te helpen.
Beeld: NIMH
Nederlandse verzetsstrijders geven in de omgeving van Veghel informatie aan kolonel Howard R. Johnson, de commandant van het 501st Parachute Infantry Regiment, 17 september 1944.

Op naar Zeeland

Montgomery werd nu geconfronteerd met een nieuwe situatie. Tot aan Nijmegen had Market Garden een diepe deuk in het Duitse front geslagen. Om de lange flanken te beschermen, moesten eerst Noord-Brabant en Noord-Limburg tot aan de grote rivieren worden veiliggesteld. Tevens kreeg Montgomery de opdracht om met voorrang de havens van Antwerpen in gebruik te nemen vanwege de bevoorradingsproblemen. Dat vereiste het vrijmaken van de toegang tot Antwerpen: de Westerschelde. Zeeland stond aan de vooravond van een zware strijd.

Door Christ Klep
Een uitgebreidere versie van dit artikel staat in het boektijdschrift Vrij!, een uitgave van het NIMH.