Jan Bart van Mesdag
Amper is de zestienjarige, geboren en getogen Hilversummer, Jan Bart van Mesdag in april 1940 teruggekeerd op zijn Britse kostschool als Nederland door de Duitse troepen wordt overrompeld. Jan Bart – ‘Jat’ voor familie en vrienden – is de enige van zijn gezin die zich niet in Nederland bevindt, en is vanaf dit moment op zichzelf aangewezen. Hij vindt onderdak in de Verenigde Staten en meldt zich uiteindelijk in 1942 in het Canadese Stratford bij de Nederlandse strijdkrachten.
Vanuit Canada reist Van Mesdag naar Groot-Brittannië waar hij bij de Prinses Irene Brigade wordt ingedeeld. Hier lukt het hem om als vlieger in opleiding opgenomen te worden in de Volunteer Reserve van de Royal Air Force (RAF). Voor de laatste fase van zijn training keert hij terug naar Canada, waar hij in 1943 zijn Wings opgespeld krijgt. Een jaar later meldt hij zich aan voor het 64 Squadron in het Verenigd-Koninkrijk. De komende maanden gaat Van Mesdag met een Mustang III jachtvliegtuig zware bommenwerpers tot diep in Duitsland escorteren.
Succesvolle missie
Op 14 januari 1945 staat er voor de vliegers van het 64 Squadron eenzelfde soort missie op het programma. Op de terugweg stuiten zij ten noordwesten van Frankfurt op acht Duitse vliegtuigen. Er volgt een luchtgevecht. Van Mesdag slaagt erin een naderende Duitse Focke Wulf 190 met een salvo tot ontploffing te brengen. In totaal claimen de geallieerde vliegers zeven toestellen als vernietigd en één vliegtuig als waarschijnlijk vernietigd.
Noodlottig ongeval
Na dit succes wacht Van Mesdag echter zijn noodlot. Tijdens een testvlucht slaat zijn Mustang in Suffolk tegen een heuvel te pletter. Jan Bart van Mesdag vindt zijn laatste rustplaats op de begraafplaats van Cambridge.