Wladimir Rudenko

Oer-Hollands klinkt zijn naam niet bepaald. Vreemd is dit niet want Wladimir Rudenko wordt weliswaar op 18 augustus 1922 geboren in Bandoeng, maar zijn ouders zijn afkomstig uit Rusland. Na de revolutie van 1917 en de daaropvolgende burgeroorlog tussen de ‘Roden’ en de ‘Witten’, ontvluchten zij hun vaderland en strijken uiteindelijk na een avontuurlijke reis neer op Java.

Vanaf begin 1920 vindt de vader van Wladimir, Jacob Feodorowich Rudenko, eerst een tijdelijke baan als machinist-elektricien en daarna als opziener bij de Artillerie Constructie Winkel. Bij aankomst in Nederlands-Indië zijn Wladimirs ouders nog niet getrouwd. Dat gebeurt in december 1921 in Bandoeng. Na de geboorte van Wladimir in 1922 volgen nog vier kinderen: drie jongens en een meisje. Zij groeien allemaal op in Bandoeng en zitten er ook op school. Wladimir is inmiddels een jongeman wanneer de oorlog in Nederlands-Indië op uitbreken staat. In augustus 1941 treedt hij als adelborst voor de Zeedienst toe tot het Koninklijk Instituut voor Marine (KIM) in Soerabaja. Met het steeds uitzichtlozer worden van de strijd tegen Japan worden Wladimir en zijn collega’s begin 1942 per schip via Ceylon en Zuid-Afrika naar Groot-Brittannië geëvacueerd, waar zij begin mei arriveren.

Naar de RAF

In Engeland aangekomen is het de bedoeling dat hij zijn officiersopleiding voortzet. Hij komt daarvoor terecht in Enys House in Cornwall bij het plaatsje Penryn waar de marine al in juli 1940 een opleidingsinstituut voor uit Nederland ontkomen adelborsten heeft opgezet. Al spoedig blijkt echter dat de marine – na de Slag in de Javazee – met een overschot aan zeeofficieren kampt. De marineleiding biedt de aspirantofficieren daarom de mogelijkheid over te stappen naar de RAF. Die kans laat Wladimir niet aan zich voorbijgaan en in de zomer van 1942 verruilt hij het marine-uniform voor dat van de Britse luchtmacht.

Wladimirs vliegopleiding en gevechtstraining neemt een dikke twee jaar in beslag. Op 3 september 1943 krijgt hij zijn vliegbrevet in Canada uitgereikt. Daarna duurt het nog tot oktober 1944 voordat de marinevlieger, op dat moment nog sergeant, zich bij het 622 Squadron op Mildenhall meldt. Enkele weken later krijgt hij er gezelschap van nog een Nederlander, Willem Thorbecke. Om ervaring op te doen vliegt Wladimir in de avond van 19 oktober als tweede vlieger met een ervaren bemanning mee naar Stuttgart. Drie dagen later, op 22 oktober, trekt hij er met zijn eigen bemanning, bestaande uit drie Britten, twee Canadezen en een Australiër, voor het eerst zelfstandig opuit. Het doelwit deze dag is Neuss in het Ruhrgebied.

Rudenko is een getalenteerde vlieger. Zo denken ook zijn collega’s er over. Daardoor kan het gebeuren dat op 4 december 1944, wanneer Oberhausen het doelwit is, de jonge Nederlander, die op dat moment nog steeds onderofficier is, de Lancasters van het 622 Squadron boven het doelwit leidt. Zijn Nederlandse collega Willem Thorbecke verbaasde het geenszins. “On this mission Sergeant W. Rudenko led the Squadron. He was later promoted to F/O [flying officer, 1e luitenant], and led the Squadron on several occasions. He was considered to be the best flyer in 622 Squadron (…) We became close friends.”

44 oorlogsmissies

Na hun tour of operations bij het 622 Squadron te hebben voltooid, stappen Rudenko en zijn bemanning over naar het 7 Squadron voor een tweede ronde van operaties. Deze op Oakington gestationeerde eenheid is ingedeeld bij de zogenaamde Pathfinder Force, het onderdeel dat voor de hoofdmacht uitvliegt om de route en het doelwit te markeren. Voor het einde van de oorlog vliegen zij nog acht missies: zeven bombardementsvluchten en op 4 mei een food supply-vlucht in het kader van operatie Manna naar Rotterdam voor de hongerende Nederlandse bevolking. Zijn totaal komt daarmee op 44 oorlogsmissies.

Kort na de Duitse overgave zegt Rudenko de RAF vaarwel. Hij komt vanaf september 1945 terecht bij de Voorlichtingsdienst van de Luchtstrijdkrachten (LSK) in Londen. Vanaf maart tot oktober 1946 vervult de oorlogsvlieger een vergelijkbare functie op het hoofdkwartier van de LSK in Scheveningen. Het moet in deze tijd zijn geweest dat hij de bestseller van de beroemde Britse oorlogsvlieger Guy Gibson met de titel Enemy coast ahead, vertaalt in het Nederlands (In zoeklicht en afweervuur).

Vliegerkruis

In oktober 1946, hij is inmiddels gedecoreerd met zowel het Britse Distinguished Flying Cross als het Nederlandse Vliegerkruis, hangt hij zijn uniform definitief in de kast. Na een kortstondig verblijf aan de Technische Hogeschool Delft, gaat hij in augustus 1947 als verkeersvlieger bij de KLM aan de slag. Een jaar later stapt hij over naar Swissair. In september 1957 treedt hij in het huwelijk met Yvonne Fehlmann. Samen krijgen zij twee dochters. Na nog een kort intermezzo bij Fijio Airways tussen 1962 en 1965 belandt Wladimir als security analist bij een bank in San Francisco. Hij overlijdt op 27 september 1996 op 74-jarige leeftijd te Amsterdam.