Beatrice (Babs) Musaph

“We hebben vier grenzen illegaal overschreden, we hebben gevochten voor ons ideaal en we hopen dat onze beloning zal zijn dat we mee kunnen helpen in den grooten strijd voor de eindoverwinning. Leve de Koningin.” 

Beatrice (Babs) Musaph is pas 22 jaar oud als ze besluit om samen met haar zus Edith bezet Nederland te ontvluchten. Haar twee oudere broers hebben Nederland al eerder verlaten. Het is begin augustus 1942 als ze aan hun Engelandvaart beginnen en Amsterdam achter zich laten.

De juiste keuze

In de maanden daarvoor volgt de ene na de andere anti-Joodse maatregel elkaar op. De bezetting verhardt. Joden moeten een Jodenster dragen, vastgenaaid op de kleding. Parken, bibliotheken en musea zijn al veel langer verboden terrein. Met de borden “Verboden voor Joden” wordt iedereen haast dagelijks geconfronteerd. Westerbork wordt in gebruik genomen als doorgangskamp. Vanaf juni vertrekken de eerste treinen naar het onbekende oosten, een zekere dood tegemoet. Te midden van al deze nieuwe maatregelen besluit Babs Musaph dat Nederland verlaten de juiste keuze is. Ze is immers Joods.

Vergroot afbeelding Zwart-wit foto. Bord met de tekst ‘Voor Joden verboden’. Het witte bord is bevestigd op een paal, op de achtergrond zijn bomen te zien.
Beeld: NIOD, collectie Menno Huizinga
Bordje met de tekst ‘Voor Joden verboden’ dat tijdens de Tweede Wereldoorlog op veel plekken te zien was.

Musaph heeft gehoord dat ze het Franse Toulouse moet zien te bereiken. Vanaf daar kan ze dan wel hulp krijgen bij de overtocht naar Engeland. En eenmaal in Engeland, zou ze vast wel aan de slag kunnen. Makkelijker gezegd, dan gedaan.

Tegenslag na tegenslag

Bij de grens met België ontmoeten de twee zussen Rachel Waterman, die hetzelfde plan heeft. Gedrieën gaan ze op pad. De Engelandvaart gaat goed, totdat ze bij de grens met Vichy-Frankrijk opgepakt worden door de Franse gendarmerie. Ze moeten zich melden in het werkkamp Chateauneuf-les-Bains. Omdat ze geen identificatiepapieren bij zich dragen, kan de Nederlandse consul niks voor hen betekenen. 

Vergroot afbeelding Zwart-wit foto, waarschijnlijk gemaakt in een studio. Babs musaph staat links en heeft haar armen om haar moeder heen, rechts zit Edith Musaph. Zij houdt een bal vast.
Beeld: Joods Museum
Eva Musaph-Kanteman met haar dochters Babs en Edith, rond 1924.

Het drietal weet te ontsnappen uit het kamp, maar wordt al snel weer ingerekend. Twee weken later krijgen ze alsnog een vrijgeleide om verder te reizen. Via het Zuid-Franse Angeles trekken ze de Pyreneeën in. Na het oversteken van de grens arresteren Spaanse grenswachters hen, die vooral verbaasd zijn dat drie vrouwen zelfstandig deze tocht wagen. Terwijl zij opgesloten zitten in een Spaanse cel, worden de ouders van de zussen Musaph vermoord in vernietigingskamp Auschwitz. 

Onverwacht naar Suriname

Uiteindelijk koopt een Nederlandse consul de drie vrouwen vrij. Aan boord van het Niassa-konvooi verlaten ze Europa, op weg naar Suriname. In Paramaribo gaan Babs en Edith Musaph aan de slag in een administratieve functie. Niet hetgeen waarvoor ze Nederland hebben verlaten. Om toch een echte militaire bijdrage aan de strijd te kunnen leveren melden ze zich aan bij het Korps Stads- en Landwachten van de Surinaamse Weermacht.

Vergroot afbeelding Zwart-witpasfoto van Babs in militair uniform met krullend haar onder haar baret en gestifte lippen.
Beeld: NIMH, collectie: Portretten Vrouwen Hulpkorps
Portret van Babs Musaph op haar persoonskaart.

In het voorjaar van 1944 volgt dan eindelijk het bericht waar ze op hebben gewacht: overplaatsing naar Londen. Ze zijn daar broodnodig als stenotypistes. Via New York vertrekken ze per boot naar Engeland. Daar volgen baantjes bij verschillende afdelingen, maar nog steeds willen de zussen meer doen in de strijd tegen de bezetter. Daarom melden ze zich vrijwel direct aan bij het Vrouwen Hulpkorps (VHK), dat dan net is opgericht om de geallieerde opmars te ondersteunen met humanitaire hulp. Ze kunnen eindelijk een échte rol van betekenis spelen tijdens de oorlog!

Op 13 juli 1944 worden beide zussen onderscheiden met het Kruis van Verdienste, voor hun moedige Engelandvaart. Babs en Edith Musaph overleven de oorlog, net als hun twee broers en Rachel Waterman.

Door Tessa Mulders