Marie (Rie) Stokvis-Knapper

Als koningin Wilhelmina in 1945 terugkeert op Nederlandse bodem, wordt zij vergezeld door drie adjudanten. Twee mannen en een vrouw. De twee mannen zijn Erik Hazelhoff Roelfzema en Peter Tazelaar, iconen uit het Nederlandse verzet. De vrouw is een stuk minder bekend: het is Marie Knapper, de onbekende Soldate van Oranje.

Engelandvaart

Marie ‘Rie’ Knapper is geboren in Amsterdam. Wanneer in mei 1940 de oorlog uitbreekt, is zij op vakantie in Griekenland. Ze wil meteen terug naar huis. Per schip en trein weet zij een paar weken later Parijs te bereiken; het laatste stuk legt ze per fiets af. Dit vervoermiddel gebruikt ze anderhalf jaar later opnieuw, maar nu de andere kant op. Ze wil naar Engeland, om daar een bijdrage te leveren aan de bevrijding. Het voelt als haar plicht om daarheen te gaan. 

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto, 2 ambulances en 1 jeep staan in een straat met ervoor/erop leden van het VHK.
Beeld: Museum Engelandvaarders
Groepsfoto van enkele vrouwen van het VHK. Rie Knapper zit links van de man op de rechter ambulancewagen.

Het idee dat zij vanuit Engeland veel meer kan doen, noemt Knapper de enige reden om haar familie achter te laten. Net als bij veel andere Engelandvaarders duurt haar reis ontzettend lang. Ze zit vier maanden vast in Frankrijk en verblijft enige tijd in Zwitserland. Hier legt ze haar eerste contacten met het Nederlands Rode Kruis in Engeland, waar ze als verpleegster aan de slag wil in een ziekenhuis. Ze krijgt een visum voor de verdere reis naar Engeland. Via Spanje, Curaçao en de Verenigde Staten komt ze in november 1942 in Engeland aan. Ze heeft er dan dertien maanden over gedaan en duizenden kilometers achter de rug.

Bij het VHK

Knapper meldt zich eerst aan bij het Vrijwillig Vrouwen Hulpkorps. Bij hen volgt ze met succes een cursus EHBO en Hygiëne. Het geeft Knapper echter niet de voldoening waar ze naar op zoek is. Gelukkig voor haar wordt het korps in het voorjaar van 1944 gemilitariseerd en gaat het verder als het Vrouwen Hulpkorps (VHK). Dit ziet Knapper als haar kans om, voor haar gevoel, écht iets bij te dragen en ze sluit zich onmiddellijk aan. Ze krijgt de opdracht om in de Verenigde Staten en Canada de overzeese opleiding voor het korps op te zetten. Hier zullen de aspirant-leden een eerste opleiding krijgen, voordat zij in Groot-Brittannië worden klaargestoomd voor het echte werk.

Werving in Suriname en Curaçao

Die zomer maakt Rie Knapper een reis naar Suriname en Curaçao, waar ze lezingen geeft om vrouwen te werven voor het VHK. Naast het geven van lezingen heeft ze nog een belangrijke taak: Knapper is namelijk de enige die beslist wie geschikt is en wie niet. Aan de Surinaamse krant De West legt zij uit dat bij de selectie vooral wordt gelet op de karaktereigenschappen van de kandidaten. Wat de vrouwen te wachten staat, is “zeer zwaar werk, men zou haast zeggen ondankbaar werk” dat veel van hen zal eisen. De kandidaten moeten dus stevig in hun schoenen staan. Andere voorwaarden zijn dat de vrouwen in Suriname of Curaçao geboren moeten zijn, de keuring moeten doorstaan en een contract moeten tekenen bij het Nederlandse Rode Kruis. Met tien vrouwen uit Suriname en tien uit Curaçao reist Knapper door naar Canada en de Verenigde Staten voor de eerste opleiding. 

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto, de 2 mannen in militair uniform en Knapper in het midden ook in uniform. Door het raam achter hen kijkt iemand naar buiten.
Beeld: Nationaal Archief
Adjudanten van koningin Wilhelmina Peter Tazelaar, Rie Knapper en Erik Hazelhoff Roelfzema (vlnr) bij het gemeentehuis van Breda op 2 mei 1945.

Adjudant van de koningin

Vlak voor de bevrijding wordt Knapper eervol ontslagen uit het VHK. Ze is in de gratie gevallen bij koningin Wilhelmina, zo blijkt uit een bericht dat ze eind april van de entourage van de koningin ontvangt. De vorstin wil definitief terugkeren naar Nederland, maar wil dit, als gebaar naar de noodlijdende Nederlandse bevolking, zonder hofhouding doen. Er is echter wel iemand nodig om voor het huishouden te zorgen en Knapper lijkt hier, samen met Hazelhoff Roelfzema en Tazelaar, de aangewezen persoon voor. De drie Engelandvaarders worden benoemd tot adjudant en runnen het huishouden van landgoed Anneville in Ulvenhout, waar koningin Wilhelmina en prinses Juliana zes weken verblijven. Omdat Knapper dus geen hofdame wordt, maar adjudant, mag ze haar VHK-uniform blijven dragen. 

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto, Knapper en Juliana staan bovenaan de buitentrap met elkaar te praten, Knapper in militair uniform, Juliana in zwart mantelpak.
Beeld: Nationaal Archief
Rie Knapper en prinses Juliana op het bordes van landgoed Anneville in Ulvenhout.

Na de oorlog

Voor haar Engelandvaart en haar inzet voor het VHK wordt Knapper na de oorlog onderscheiden met het Oorlogsherinneringskruis en het Kruis van Verdienste. Ze blijft contact onderhouden met Juliana, die inmiddels koningin is geworden. Ze stuurt felicitaties voor Juliana’s verjaardagen en als prinses Christina, de jongste dochter, wordt geboren. Juliana antwoordt altijd met informele bedankbriefjes, waaruit de vriendschappelijke band blijkt. 

Rie Knapper overlijdt op 24 februari 1970 in het Franse Vence. Tegen die tijd is ze steeds meer op de achtergrond geraakt. Anders dan Erik Hazelhoff Roelfzema en Peter Tazelaar, die tot nationale helden uitgroeien, is Rie Knapper zo goed als uit de geschiedenisboeken verdwenen.

Door Riccardo Sietsma