Ontstaansgeschiedenis van het VK-KNIL

Het Vrouwenkorps van het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (VK-KNIL) is tijdens de Tweede Wereldoorlog opgericht. Via het VK-KNIL kunnen vrouwen militair bijdragen aan de bevrijding van toenmalig Nederlands-Indië.

Oprichting

De eerste plannen voor een nieuwe KNIL-vrouwenorganisatie ontstaan in 1942, vlak na de capitulatie aan Japan. Het is een idee van vrouwen die in Nederlands-Indië zijn geboren, maar in niet-bezette gebieden wonen, zoals de Nederlandse Antillen, de Verenigde Staten, Australië en het Verenigd Koninkrijk. Zij willen zich inzetten voor de bevrijding van de archipel en de terugkeer van het Nederlandse koloniale gezag in Nederlands-Indië. 

Vergroot afbeelding
Beeld: NIMH, Losse Fotografische Objecten
'De start vanuit Rotterdam', dat schrijft A.S.M. Thenu bij deze foto in haar fotoalbum over haar diensttijd bij het VK-KNIL, 1944-1947.

De meest praktische reden voor de oprichting van het VK-KNIL is personeelstekort. Na de capitulatie aan Japan richt de Nederlands-Indische regering in ballingschap verschillende detachementen en bataljons op met als doel de kolonie te heroveren. Omdat veel Nederlanders in Japanse (krijgs)gevangenkampen zitten, is het lastig om genoeg mensen onder de wapenen te brengen. Vrouwen moeten deze tekorten opvullen.

De bevrijding van Nederlands-Indië is echter de belangrijkste reden voor de oprichting. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het ministerieel besluit van 5 maart 1944, waarmee het VK-KNIL formeel wordt opgericht. In dit besluit worden de taken en het doel van het vrouwenkorps toegespitst. Het is de bedoeling dat de vrouwen gaan “medewerken aan de voorbereiding van de terugkeer naar Nederlandsch-Indië”. Na de bevrijding moet het vrouwenkorps de geallieerde troepen bijstaan bij het opvangen en verzorgen van Nederlanders die uit de gevangenkampen zijn vrijgelaten. Daarnaast moeten de VK-KNIL’sters zich met “opbeurende woorden” tot de Indonesische bevolking richten en zo bijdragen aan het herstellen van het koloniale gezag.

Dat het korps met het oog op de bevrijding is opgericht, blijkt ook uit het idee om het korps zes maanden na het eventuele einde van de oorlog weer op te heffen. In die tijd zou het koloniale gezag weer hersteld zijn, zo is de gedachte. Zover komt het niet. Meteen na de Tweede Wereldoorlog breekt de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog uit, waarna in februari 1946 het besluit valt om het korps voor onbepaalde tijd te laten voortbestaan.

Een moreel beroep op vrouwen

Een wervingsbrochure uit 1944 noemt de bevrijding van Nederlands-Indië de voornaamste reden waarom vrouwen zich moeten aanmelden bij het VK-KNIL. “Aan den terugkeer van de Rood-Wit-Blauwe Vlag naar het mooie Indië kunt ook gij thans medewerken,” staat er. “Het is een omvangrijke en moeilijke taak, welke den inzet van Uw geheele persoon zal vergen. De toekomst van allen, in Indië zoowel als in Nederland, ligt ook in Uw handen.” Het is duidelijk dat er een moreel beroep wordt gedaan op de vrouwen. 

Vrouwen melden zich op vrijwillige basis voor het VK-KNIL aan. Om in aanmerking te komen, moeten vrouwen aan de volgende eisen voldoen:

  • In bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit.
  • Tussen 18-45 jaar oud, waar in bijzondere gevallen van af kan worden geweken.
  • Indien getrouwd dient men schriftelijke toestemming te hebben van de echtgenoot.
  • Indien minderjarig dient men schriftelijke toestemming te hebben van de ouder of voogd.
  • Goedgekeurd voor militaire dienst.
  • Voldoende onderlegd voor de te volgen opleiding.

In eerste instantie tekenen de vrouwen een contract voor een half jaar, met de mogelijkheid tot verlenging. Na aanmelding krijgen zij de rang van soldaat.

  • Beeld: NIMH, Losse Fotografische Objecten

    Groepsportret van het VK-KNIL in Batavia, uit het fotoalbum van A.S.M. Thenu, ca. 1944-1947.

Amerikaanse basistraining en segregatie

De kersverse VK-KNIL’sters volgen eerst een basistraining van zes weken in de Verenigde Staten, onder de vleugels van de Amerikaanse Women Army Corps. Dit gebeurt in Fort Oglethorpe, in de staat Georgia. In Georgia leren ze militaire gewoontes en gebruiken. Ze leren hoe de militaire organisatie in elkaar steekt en worden fysiek getraind voor militaire dienst. Daarnaast leren de vrouwen marcheren, groeten, commando’s en leren zij over de verantwoordelijkheden en plichten van het Vrouwenkorps.

De Amerikaanse krijgsmacht kent in die dagen een streng segregatiebeleid, waarbij witte en zwarte militairen van elkaar gescheiden worden. Zwarte en andere niet-witte VK-KNIL’sters zijn daarom niet welkom in Georgia. Zij worden direct doorgestuurd naar Australië, om hun militaire training daar te kunnen volgen.

Vergroot afbeelding
Beeld: NIMH, collectie SWEEP
Als onderdeel van de training in Camp Columbia, Brisbane, leren de VK-KNIL'sters ook schieten, 1943.

Naar Australië

Na de basistraining gaan vervolgens ook de overige VK-KNIL’sters naar Australië. Hier krijgen de vrouwen een brede basisopleiding, zodat zij in veel verschillende militaire vakgebieden aan de slag kunnen. Ze krijgen colleges in het gewoonterecht van Nederlands-Indië; theorie over legerorganisatie, rangen en graden van de Marine; de beginselen van militaire tactiek; wapengebruik; onderhoud en reparatie van trucks, jeeps en auto’s; typelessen; gymnastiek en exercities. Al snel wordt deze basisopleiding aangevuld met een EHBO-herhalingscursus, een cursus Maleis en een cursus Indisch koken voor grote groepen. Na afloop van de opleidingen dienen de vrouwen ingezet te kunnen worden in de administratie bij veld-stafkwartieren, als verpleegsters bij de Eerste Hulp, als autochauffeurs, als koks in veldkeukens of als telefonistes.

De eerste paar maanden na de oprichting zijn de VK-KNIL’sters verspreid over heel Australië. Vanaf juli 1944 verhuist het gehele Nederlands-Indische bestuursapparaat naar Brisbane en wordt Camp Columbia, even buiten de stad, het hoofdkwartier. Ook de VK-KNIL’sters, met uitzondering van verpleegsters, komen hier terecht voor het volgen van de militaire opleidingen.

In actie

Al snel na de oprichting wordt het VK-KNIL voor het eerst ingezet. Wanneer de Amerikanen in het voorjaar van 1944 Nieuw-Guinea bevrijden, vertrekt een groep VK-KNIL’sters naar Hollandia (het huidige Jayapura) om hulp te bieden aan de bevolking en te werken in de Amerikaanse hospitalen.

In 1945 gaat het snel met de bevrijding van Nederlands-Indië. De Nederlands-Indische regering besluit om voor de terugkeer naar de kolonie alleen vrouwelijke medewerkers van het VK-KNIL mee te nemen. Dit betekent dat vrouwen die bij burgerinstanties werken gemilitariseerd worden en deel worden van het VK-KNIL. Bij terugkeer in Nederlands-Indië zijn de eerste taken van het korps het verzorgen van vrouwen uit de Japanse gevangenkampen en het opvangen en registreren van Nederlandse ex-krijgsgevangenen.

Eigen commandant en officieren

In het eerste jaar heeft het VK-KNIL nog geen eigen commandanten. De algemene leiding is in handen van reserve luitenant-kolonel G.A. de Stoppelaar. Een belangrijke reden hiervoor is dat er te weinig vrouwen beschikbaar zijn voor deze functies. De meeste VK-KNIL’sters zijn al op diverse kantoren aan het werk en hebben daarom geen tijd om een officiersopleiding te volgen. Maar het korps groeit snel, en dus zien de Nederlands-Indische autoriteiten de noodzaak om dit te veranderen en het korps een vrouwelijke commandant te geven. In december 1944 volgt de oproep aan de vrouwen om de officiersopleiding alsnog te doen. Op 16 mei 1945 leggen drie VK-KNIL’sters de eed af. Vanaf nu heeft het VK-KNIL haar eigen commandante en officieren. De dames in kwestie zijn eerste luitenant Janet Meerburg, tweede luitenant Billy Smit en tweede luitenant Ans Persoon.

De Indonesische onafhankelijkheidsoorlog

Terwijl er steeds meer VK-KNIL’sters in Indonesië aankomen, breekt de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog uit. Veel vrouwen hebben tot die tijd nog maar weinig meegekregen van de politieke situatie. Zij maken in die eerste maanden van de oorlog de grootschalige geweldplegingen tegen (Indische) Nederlanders, Chinezen, Engelsen en Indonesiërs mee.

Vanwege het uitbreken van de onafhankelijkheidsoorlog blijft het VK-KNIL langer bestaan dan van tevoren gedacht. Daarom gaat  men ook in Nederland actief vrouwen werven. Een brochure moet deze nieuwe groep VK-KNIL’sters voorbereiden op hun komst naar Indonesië, een land waar velen waarschijnlijk nog nooit geweest zijn. Ze krijgen te horen dat er van hen het nodige aanpassingsvermogen wordt verwacht, vooral wat betreft huisvesting, voedsel, inflatie en klimaat. Zij zullen bijvoorbeeld niet over een eigen kamer beschikken. Voedsel is gelukkig niet schaars, maar er wordt wel gewaarschuwd voor de eetgewoontes in Indonesië, die heel erg verschillen van de Nederlandse keuken: “Vooral voor haar die voor het eerst naar de tropen gaan, is de overgang van aardappelmenu naar rijsttafel zwaar.” Tegelijkertijd worden vrouwen ook gerustgesteld, omdat men “in verreweg de meeste gevallen [zal] eindigen als een volslagen rijsttafel-enthousiaste.”

  • Beeld: NIMH, Losse Fotografische Objecten

    VK-KNIL'sters in de haven van Rotterdam. Ze staan op het punt te vertrekken naar Indonesië, waar dan de onafhankelijkheidsoorlog woedt.

Opheffing

Tijdens de oorlog zijn de vrouwen niet direct betrokken bij de gevechtshandelingen. Daarvoor zitten zij te ver achter de linies. Met hun werk achter die linies leveren zij wel een belangrijke bijdrage aan het draaiende houden van het KNIL. Na de soevereiniteitsoverdracht wordt het koloniale leger op 26 juli 1950 ontbonden. Hiermee komt ook een einde aan het Vrouwenkorps. De repatriëring van de VK-KNIL’sters naar Nederland duurt nog tot oktober van dat jaar.

Door Riccardo Sietsma