Sophia Kruyswijk-van Thiel
Uit liefde aanmelden bij de krijgsmacht. Niet de liefde voor het vaderland of vorst(in), maar echte, romantische liefde voor een partner. Dit is de keuze die Sophia van Thiel in 1948 maakt.
Van Thiel is nog maar net 20 jaar oud als haar verloofde Evert Kruyswijk als dienstplichtige officier naar Indonesië moet. Ze besluit om hem achterna te reizen en meldt zich vrijwillig aan bij het Vrouwenkorps van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (VK-KNIL). Na haar aankomst op 18 februari 1948 begint ze met de opleiding in Bandung. Daarna volgt een plaatsing in Padang, op Sumatra, waar haar verloofde ook zit. Dit is geen toeval, Van Thiel heeft er zelf om gevraagd.
"Geen boek gelezen, maar wel veel geleerd!"
Een zeer ijverige soldaat
In Padang komt ze te werken bij de inlichtingendienst de Netherlands East-Indies Forces Intelligence Service (NEFIS). Zelf zegt ze over haar werk bij de NEFIS in Padang: “We kregen daar informatie van een Chinees die als informant voor ons werkte. Hij ging regelmatig de demarcatielijn over om te zien wat er allemaal gebeurde. Het was mijn taak om van zijn informatie rapporten te maken voor de staf.” In haar vrije tijd is Van Thiel vooral creatief bezig. Zo is ze radio-dj bij Radio Padang en speelt ze toneel. “Ik heb in die periode van twee jaar geen boek gelezen, maar ontzettend veel geleerd.”
Sophia van Thiel blijkt een goede arbeidskracht. Elke drie maanden wordt ze beoordeeld. De rapportcijfers spreken voor zich: ze wordt steevast gekarakteriseerd als ‘zeer ijverig’ en ‘zeer correct’. Het is dan ook niet gek dat Van Thiel in korte tijd opklimt van soldaat naar sergeant-majoor. Eigenlijk wil ze nog verder doorgroeien, maar haar leeftijd staat het niet toe om officier te worden: ze is te jong.
Terug in Nederland
In 1950 is de onafhankelijkheidsoorlog achter de rug en wordt het KNIL opgeheven. In juni valt ook het doek voor het Vrouwenkorps. Sophia van Thiel en haar verloofde keren terug naar Nederland, maar stilzitten zit er voor haar niet in. Ze is een begenadigd sporter, zo wordt ze in 1961 Nationaal Kampioen Roeien met de damesacht. Later studeert ze psychologie en werkt in haar laatste werkjaren als zelfstandig therapeut. Onder haar patiënten bevinden zich ook dochters van KNIL-veteranen.
In die jaren organiseert Kruyswijk-van Thiel jaarlijks de reünie van het VK-KNIL. Het valt haar op dat het VK-KNIL steeds meer in de vergetelheid raakt. Het stoort haar: “Alsof we werden weggestopt.” Daarom besluit ze in 1994 om een proefschrift over het Vrouwenkorps te schrijven, dat na negen jaar af is. Naar aanleiding van haar onderzoek zegt Kruyswijk-van Thiel dat de ervaringen bij het VK-KNIL bepalende momenten zijn geweest in het leven van veel vrouwen. “We waren piepjong, kregen veel verantwoordelijkheden en leerden omgaan met andere culturen. Een vormende ervaring waar we heel positief op terugkijken.”