Nederlands aandeel in operatie Allied Harbour
De Nederlandse regering besloot op 12 april 1999 tot deelname aan operatie Allied Harbour. De kern van de Nederlandse bijdrage bestond uit: het hoofdkwartier van het Tweede Mariniersbataljon, een infanteriecompagnie mariniers, een logistieke verzorgingscompagnie, een transportcompagnie van de landmacht en een veldhospitaal.
Het Nederlandse detachement werd ondersteund door 3 Chinook-transporthelikopters van de Koninklijke Luchtmacht en een eenheid van de genie. Het amfibische transportschip Hr.Ms. Rotterdam speelde een cruciale rol bij de ontplooiing. Het verzorgde daarna de logistieke ondersteuning tussen de Forward Logistic Site van Albania Force (AFOR) in de Italiaanse havenstad Bari en het Albanese vasteland.
Samenwerkingsverband
De Nederlandse bijdrage maakte deel uit van Task Force Romeo, een Nederlands-Belgisch samenwerkingsverband binnen AFOR. Dit stond onder leiding van kolonel der mariniers Tom Wesselingh. Het hoofdkwartier van de Task Force Romeo stond in de Albanese havenstad Dürres. Naast deze legering waren er ook nog vooruitgeschoven posten in de plaatsen Kükes en Mjedië. Het helikopterdetachement was ondergebracht op een vliegveld bij Farkë.