United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)
Duur missie: 25 februari 1979 - 6 november 1985
Aantal militairen: 9.084
Dodelijke slachtoffers: 9
Dapperheidsonderscheidingen: geen
In 1975 brak in Libanon een burgeroorlog uit. Die oorlog was het resultaat van interne spanningen en conflicten. De moslimbevolking was ontevreden over de sociaal-economisch bevoorrechte positie van de maronitisch-christelijke elite.
Voorlopig einde burgeroorlog
Er bestond bovendien veel verzet tegen de strakke religieuze verzuiling in de Libanese maatschappij en in het politieke bestel. De maronieten waren beducht voor de zich langzamerhand als een ‘staat in een staat’ gedragende Palestijnse (gewapende) groeperingen. Onder druk van de Arabische Liga kwam er in oktober 1976 een voorlopig einde aan de burgeroorlog in Libanon.
Arabische afschrikkingsmacht
Een Arabische afschrikkingsmacht moest de bewegingsvrijheid van de Palestine Liberation Organization (PLO) beperken en haar onderwerpen aan de Libanese wetten. Israël dreigde echter te zullen ingrijpen als de Syrische troepen een van oost naar west lopende denkbeeldige lijn ter hoogte van de havenstad Sidon zouden overschrijden. Het machtsvacuüm stelde de PLO in staat vanuit haar bases in Zuid-Libanon aanslagen op Israëlisch grondgebied uit te voeren.
UNIFIL in het leven geroepen
In reactie bezette Israël in de nacht van 14 op 15 maart 1978 het Libanese grondgebied tot aan de rivier de Litani. De Libanese regering tekende daarop protest aan bij de VN-Veiligheidsraad. De raad nam vervolgens een resolutie aan die Israël opriep zich uit Libanon terug te trekken. De United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL) moest toezien op de aftocht van de Israëlische troepen uit Libanon. Daarnaast moest het de internationale vrede en veiligheid in het grensgebied herstellen en bijstand geven aan de Libanese regering bij het herwinnen van haar gezag in Zuid-Libanon.
Gewijzigd mandaat
Na de Israëlische inval in juni 1982 paste de Veiligheidsraad door middel van resolutie 511 het mandaat van UNIFIL aan de gewijzigde omstandigheden aan. De UNIFIL-troepen moesten hun posities blijven bemannen tenzij hun eigen veiligheid ernstig gevaar liep. Ze moesten zich concentreren op de bescherming van de bevolking en op humanitaire hulpverlening aan de tienduizenden Libanese en Palestijnse vluchtelingen. Zij waren na de Israëlische aanval naar het relatief veilige UNIFIL-gebied gevlucht.